Menu 52 – Programmeren Zones
14 = Paniek Stil
De Paniek Stil functie is continu actief. Het activeren van de zone geeft geen akoestische of visuele signalering.
Alleen een uitgang met de functie 3 Paniek wordt geactiveerd.
De activatie en de herstel van de functie worden in het geheugen geregistreerd met respectievelijk een "+"-teken (plus)
en een "-"-teken (minus).
NOOT : Als een zone met de functie Paniek Stil is geopend, dan wordt dit op het bediendeel-display aangegeven
als een geldige code wordt ingevoerd. Het systeem kan pas inschakelen als de zone gesloten is.
NOOT : Als een zone met de functie Paniek Stil geopend is, dan kan de installateursmode niet verlaten worden.
15 = Paniek Vertraagd
De Paniek Vertraagd functie is gelijk aan de Paniek functie met het verschil dat de uitgangen met de functie 3 Paniek
niet direct aangestuurd worden. De uitgangen worden aangestuurd na een tijdsvertraging die is ingesteld menu 51.13
Paniek Vertraagd. Gedurende het aftellen van de vertragingsperiode klinkt de E/E signalering om de gebruiker eraan
te herinneren dat de vertragingstijd wordt afgeteld. Het sluiten van de geactiveerde zone of het intoetsen van een geldige
gebruikerscode (nivo 2 of hoger) breekt het alarm af, het aftellen stopt en de E/E signalering klinkt niet meer.
Als de paniek vertragingstijd verlopen is gaat het systeem over in een volledig alarm. Het alarm kan opgeheven
worden met een geldige gebruikerscode (nivo 2 of hoger). Het systeem moet gereset worden door een gebruikerscode
met een nivo zoals opgegeven in menu 51.22 Paniek Reset.
16 = Paniek Vertraagd Stil
De Paniek Vertraagd Stil functie werkt gelijk aan de Paniek Vertraagd functie met het verschil dat bij de activatie
van een zone met de functie Paniek Vertraagd Stil geen akoestische en optische signalering is. Alleen een uitgang
met de functie 3 Paniek wordt aangestuurd na de paniek vertragingstijd.
De activatie en de herstel van de functie worden in het geheugen geregistreerd met respectievelijk een "+"-teken (plus)
en een "-"-teken (minus).
17 = Link Ingang
Een zone met de functie Link Ingang heeft geen op zichzelf staande functie. De functie is ontworpen om een
zone als bron te kunnen laten fungeren bij linken. Zie voor een gedetailleerde beschrijving menu 54 Linken.
De activatie en de herstel van de functie worden in het geheugen geregistreerd met respectievelijk een
"+"-teken (plus) en een "-"-teken (minus).
18 = Reserve
Zones die niet gebruikt worden, moeten geprogrammeerd worden met de functie Reserve. Activatie van de zone,
noch van het alarmcontact, noch van het sabotage contact resulteert in een alarm.
NOOT : Het is raadzaam om ongebruikte zones af te sluiten met een weerstand met een waarde van 1kΩ /1% of
met een waarde zoals is ingesteld in attribuut 9 Weerstand Selectie.
19 = Brand
Een zone met de functie Brand is continu operationeel. Een activatie van de zone resulteert direct in een alarm.
De sirene vertragingstijd (menu 51.2) heeft geen invloed. Uitgangen met de functie 1 Sirene, 2 Flitser en 16 Brand
worden aangestuurd. De E/E signalering en uitgangen met de functie Luidspreker signaleren met een onderbroken toon
(1 seconden aan, 0.5 seconden uit). Een geldige code heft een brandalarm op en reset het GalaXy systeem. Zolang de
geactiveerde zone open staat kan het systeem niet inschakelen.
GalaXy Grade 3 Programmeer Handleiding
74