Menu 56 – Communicatie
56.4.2.2 = Primair IP
De instellingen bij Primair IP bepalen de bestemmingsdetails voor het primaire transmissiepad. De bestemming wordt
bepaald met een IP adres en een Poortnummer. Als blokkenmode is ingeschakeld, wordt de hier ingevoerde informatie
automatisch naar alle blokken gekopieerd.
56.4.2.2.1 = IP adres
Voer het IP adres in van de primaire ontvanger. Het adres wordt in de vorm XXX.XXX.XXX.XXX ingevoerd.
De scheidingspunten worden automatisch ingevoegd na drie cijfers of worden handmatig ingevoerd met de [*]-toets.
Druk op de [ent]-toets om de gegevens te bevestigen.
NOOT : Het IP adres dient altijd te worden geprogrammeerd, ook als blokkenmode is ingeschakeld en bij alle blokken
reeds een IP adres is geprogrammeerd. Als het IP adres wordt geprogrammeerd, zullen eerder ingevoerde IP
adressen bij de individuele blokken worden overschreven.
56.4.2.2.2 = Poortnummer
Druk op de [B]-toets om oude programmering te verwijderen. De standaard waarde is 10002. Voer het poortnummer in
van de bestemming en druk op de [ent]-toets om de invoer te bevestigen.
56.4.2.3 = Secundair IP
De Ethernet module bied ondersteuning voor meer dan één ontvanger bestemming. De instellingen bij Secundair IP
bepalen de bestemmingsdetails voor het secundaire transmissiepad. De bestemming wordt bepaald met een IP adres
en een Poortnummer.
56.4.2.3.1 = IP adres
Voer het IP adres in van de primaire ontvanger. Het adres wordt in de vorm XXX.XXX.XXX.XXX ingevoerd.
De scheidingspunten worden automatisch ingevoegd na drie cijfers of worden handmatig ingevoerd met de [*]-toets.
Druk op de [ent]-toets om de gegevens te bevestigen.
56.4.2.3.2 = Poortnummer
Druk op de [B]-toets om oude programmering te verwijderen. De standaard waarde is 10002. Voer het poortnummer in
van de bestemming en druk op de [ent]-toets om de invoer te bevestigen.
56.4.2.4 = Klantnummer
Het Klantnummer identificeert de GalaXy centrale aan de ontvanger waarnaar de meldingen worden verstuurd. Elke
door de Ethernet module verstuurde melding zal het Klantnummer bevatten. Het klantnummer is 4 tot 6 cijfers lang.
Druk op de [ent]-toets om het ingevoerde klantnummer te bevestigen.
NOOT : Het Klantnummer dient altijd te worden geprogrammeerd, ook als blokkenmode is ingeschakeld en bij alle
blokken reeds een Klantnummer is geprogrammeerd. Als het Klantnummer wordt geprogrammeerd, zullen
eerder ingevoerde klantnummers bij de individuele blokken worden overschreven.
GalaXy Grade 3 Programmeer Handleiding
126