Menu 56 – Communicatie
GalaXy Grade 3 Programmeer Handleiding
56.4.4 = Autotest
Een 24uurs test kan automatisch en met een vaste regelmaat naar de ontvanger worden verstuurd.
56.4.4.1 = Starttijd
De installateur gebruikt deze optie om de tijd in te voeren waarop de eerste 24uurs test wordt verstuurd. Daarop
volgende test meldingen worden verstuurd met een vaste interval welke wordt ingesteld in de volgende optie.
56.4.4.2 = Interval
Deze optie bepaald de periode tussen de 24 uurs testmeldingen, volgend op de ingestelde Starttijd. De Interval
is programmeerbaar van 0 – 99 uren. Als de Interval wordt ingesteld op 0 uur (standaard) wordt er geen 24 uurs
testmelding verstuurd.
56.4.5 = Installateurtest
Een Installateur Test kan worden verzonden naar ieder geprogrammeerd transmissie pad, zodra het correcte IP adres,
Poortnummer en klantnummer zijn geprogrammeerd in het systeem. Dit geeft een mogelijkheid voor de installateur te
controleren of verzenden van meldingen naar de ontvanger correct verloopt.
Na het selecteren van deze optie zal een waarschuwing op het bediendeel worden weergegeven Waarschuwing !!!
Ent = Verstuur Test. Druk op de [ent]-toets om de Installateurtest te versturen.
56.4.6 = Fail to Communicate
In dit submenu wordt ingesteld na hoeveel mislukte communicatie pogingen een F.T.C. (Fail to Communicate)
melding in het geheugen wordt geschreven.
Als een melding naar de ontvanger moet worden verstuurd, zal de Ethernet module pogen dit naar ieder
geprogrammeerd transmissiepad te verzenden. Als het geprogrammeerde aantal pogingen is bereikt, zal een F.T.C.
melding in het geheugen worden geschreven. Hierbij zal ook het transmissiepad worden vermeld.
NOOT : Als de ontvanger als Dubbel is geprogrammeerd, moet de (alarm)melding succesvol naar zowel het
primaire als het secundaire transmissiepad worden verzonden.
56.4.7 = Lijn Fout
Met de lijnfout optie kan worden ingesteld welke Ethernet verbindingen moeten worden gecontroleerd. Zowel de
beschikbaarheid van het netwerk als het geprogrammeerde transmissiepad tussen de Ethernet module en de ontvanger
applicatie kunnen worden gecontroleerd.
Als een lijnfout zo lang aanwezig zoals geprogrammeerd in parameter 51.68 wordt de fout in het geheugen
geregistreerd. Als binnen de in parameter 51.68 geprogrammeerde periode geprobeerd wordt het systeem in te
schakelen zal een lijnfout direct worden geregistreerd en weergegeven.
130