Storing
7.
Geluid in de pomp.
Het groene signaal-
lampje brandt.
8.
Onvoldoende warmte op
sommige plaatsen in het
verwarmingssysteem.
N.B.
De R100 kan ook worden gebruikt om een storing te vinden.
10. Isolatietest
Op een installatie waarin UPE pompen zijn opgeno-
men, mag geen isolatietest worden uitgevoerd, aan-
gezien hierdoor de ingebouwde elektronica kan wor-
den beschadigd. Mocht het toch nodig zijn een
isolatietest uit te voeren, dan dient de pomp elek-
trisch te worden gescheiden van de installatie.
Dubbelkopspompen: Op de master en slave pom-
pen moet apart een isolatietest worden uitgevoerd.
Een isolatietest kan volgens onderstaande proce-
dure worden uitgevoerd.
10.1 Een isolatietest uitvoeren op UPE
pompen
Zie ook paragraaf 5.2 Bedradingsschema.
1. Schakel de voedingsspaning uit.
2. Verwijder de geleiders van klemmen L, N en
aarde (klemmen 9, 10 en 11).
3. Sluit de aansluitingen L en N kort door gebruik te
maken van een korte kabel.
4. Test tussen de aansluitingen L/N en de aarde.
Maximale testspanning: 1000 VAC of 1500 VDC.
N.B.: Test nooit tussen de voedingsaansluitingen
(L en N).
Maximale toelaatbare lekstroom: < 20 mA.
5. Verwijder de korte kabel tussen de aansluitingen
L en N.
6. Sluit de voedingskabels aan op aansluiting L en
N alsmede de aardaansluiting.
7. Schakel de voedingsspanning in.
10.2 Hoogspanningstest
Indien het noodzakelijk is de UPE pomp op hoog-
spanning te testen, moeten de instructies voor de
isolatietest worden opgevolgd.
Zie paragraaf 10. Isolatietest.
188
Oorzaak
a)
Lucht in de pomp.
b)
De voordruk is te laag.
a)
De volumestroom is te laag.
Oplossing
Ontlucht de pomp.
Verhoog de voordruk en/of contro-
leer het luchtvolume in het expansie-
vat (indien aanwezig).
Verhoog de opvoerhoogte (setpoint)
en/of schakel over naar constante
druk.