7. Functies
Sommige functies kunnen alleen worden geselec-
teerd met de Grundfos R100 afstandsbediening.
Waar en hoe de verschillende instellingen gemaakt
kunnen worden staat beschreven in paragraaf
8. Instellen van de pomp.
7.1 Regelmodi
De UPE(D) FZ pompen kunnen worden ingesteld op
de regelmodus die het meest geschikt is voor het
individuele systeem.
Er zijn twee regelmodi beschikbaar:
•
proportionele druk (fabrieksinstelling)
•
constante druk.
Regeling op basis van proportionele druk
Op het bedieningspaneel in te stellen of met de
R100.
De opvoerhoogte wordt verlaagd bij een vermin-
derde capaciteitsvraag en verhoogd bij een toegeno-
men capaciteitsvraag. Zie afb. 8.
Dit is de fabrieksinstelling, omdat dit in de meeste
gevallen de meest optimale regelmodus is en tegelij-
kertijd het minste energie verbruikt.
Regeling op basis van constante druk
Op het bedieningspaneel in te stellen of met de
R100.
De pomp handhaaft een constante druk, onafhanke-
lijk van de watervraag. Zie afb. 8.
H
H
set
H
set
2
Q
Proportionele
druk
Drukregeling
Afb. 8
7.2 Besturing van dubbelpompen
De fabrieksinstelling kan worden gewijzigd met de
R100.
Slave pomp
Master en slave pompen
Afb. 9
174
H
H
set
Q
Constante
druk
Master pomp
Er zijn vier bedrijfsmodi beschikbaar. De keuze voor
de bedrijfsmodus hant ervan af of aan betrouwbaar-
heid, duurzaamheid of prestatie voorrang wordt
gegeven.
•
Wisselend bedrijf (fabrieksinstelling).
Pompbedrijf wisselt iedere 24 uur. Als de voe-
dingsspanning naar de pomp was uitgeschakeld,
maakt het niet uit welke pomp opstart als de voe-
dingsspanning weer wordt ingeschakeld.
Reactie in geval van storing: Bij storingen in
één pomp, zal de pomp in bedrijf continu blijven
werken als een enkelkopspomp.
•
Standby bedrijf.
De master pomp is continu in bedrijf. Elke 25 uur
zal de slave pomp inschakelen en ong. 10 secon-
den draaien om vastlopen de voorkomen.
Reactie in geval van storing: Als de master
pomp door een storing uitvalt, zal de slave pomp
continu werken als een enkelkopspomp.
•
Synchroon bedrijf.
De pompen draaien op dezelfde motorfrequentie.
Deze bedrijfsmodus is geschikt als de vraag het
debiet van één pomp overschrijdt.
Reactie in geval van storing: Bij storingen in
één pomp, zal de pomp in bedrijf continu blijven
werken als een enkelkopspomp.
•
Enkelpomps-bedrijf.
De pompen draaien volledig zelfstandig van
elkaar zonder interne communicatie, maar de
dubbelkopskabel moet wel worden aangesloten.
Alle functies van elke pomp zijn identiek aan die
van een enkelkopspomp.
Alle andere functies beschreven in paragraaf
7.1 Regelmodi t/m 7.13 Afstandsbediening zijn
mogelijk in de drie bedrijfsmodi.
7.2.1 Waarom enkelpomps-bedrijf selecteren
Selecteer enkelpomps-bedrijf
•
wanneer de dubbelkopspomp geregeld en
gecontroleerd gaat worden door een Grundfos
pompenbeheersysteem.
•
in alle andere situaties waar de master en slave
pompen onafhankelijk van elkaar moeten draaien
als twee enkelkopspompen.
7.2.2 R100 afstandsbediening
Enkelpomps-bedrijf kan worden geselecteerd met de
R100. Zie paragraaf 8.6.6 Dubbelpomp.
7.2.3 Parallel bedrijf
In enkelpomps-bedrijf mogen de pompen nooit
gelijktijdig draaien, tenzij de pomp wordt geregeld
door een Grundfos pompenbeheersysteem.
7.2.4 Instellen van de slave pomp
Wanneer de enkelpompsmodus is geselecteerd,
zullen de instellingen van de slave pomp gelijk zijn
aan de instellingen van de pomp die het laatst in
bedrijf was.