Onderhoud
14.4
Debietmeter (turboDOS) demonteren en controleren
14.5
Deksel inspectie-opening demonteren
14.6
Bovenkant van de tank reinigen
72
3.
Verwijder de inlegdelen.
4.
Controleer het membraan op beschadigingen.
5.
Reinig de binnenkant van de behuizing, met name de smoorope‐
ning en de kleine pilotboring in het ventielgat.
VOORZICHTIG!
Kans op installatiestoring
–
Let tijdens het gebruik van de debietmeter altijd op de
kabel.
–
Houd bij de montage van de debietmeter rekening met
de doorstroomindicator op de behuizing.
1.
Stop de installatie met de toets
2.
Draai de afsluitkraan in de watertoevoer dicht.
3.
Verwijder voor de demontage van de dedietmeter de desbetref‐
fende schroeven in de waterleiding.
4.
Controleer de rand van de turbine aan de binnenkant van de debiet‐
meter op vrije draaibaarheid en reinig deze indien nodig.
5.
Plaats de debietmeter in de juiste richting in de watertoevoerleiding
(doorstromingsindicator).
VOORZICHTIG!
Tanks met draaiende propellers!
Licht of onbeduidend letsel.
Schakel altijd eerst de installatie uit alvorens het vastge‐
schroefde deksel van een inspectie-opening te verwijderen.
In principe mag u de installatie alleen bedienen met vastge‐
schroefde inspectie-openingen. Het deksel mag alleen
worden verwijderd:
–
om het vulpeil te controleren.
–
om de niveausensoren te controleren op correcte scha‐
kelfunctie.
–
Na de inspectiewerkzaamheden moeten alle dek‐
sels weer worden teruggeplaatst en worden vastge‐
schroefd.
Reinig van tijd tot tijd de bovenkant van de tank om de opbouw van een
gladde laag te voorkomen. Neem hierbij ook de aanwijzingen op het veilig‐
heidsinformatieblad van het gebruikte polymeer in acht!
[F1] modus [Stop]