Inleiding Modulaire opbouw
stooklijn, door een extern analoog signaal (van een GBS), op basis van de gewenste
aanvoertemperatuur van andere CTR-compatibele regelingen, of op basis van de
gewenste aanvoertemperatuur afkomstig van een OpenTherm kamerthermostaat.
De regelaar is ook geschikt om gebruikt te worden in combinatie met een Honeywell
Chronotherm Modulation.
1.2
Modulaire opbouw
Een regelaar bestaat uit verschillende functionele blokken, de zgn. regelingen. Elke
regeling stuurt een specifieke installatiecomponent ofwel een groep bij elkaar
horende installatiecomponenten aan (zie fig. 1.2) en heeft daartoe haar eigen,
vastomlijnde taken en functies.
Regeling
Remeha ketel
Fig. 1.2
Om deze functies optimaal te kunnen uitvoeren, moeten de regelingen gegevens
(zoals instellingen en meetwaarden) onderling kunnen uitwisselen. Deze uitwisseling
van gegevens kan zowel tussen regelingen binnen één regelaar als tussen
regelingen in verschillende regelaars plaatsvinden. Hiertoe moet elke regeling
beschikken over een uniek adres.
Dit unieke adres wordt tijdens de configuratie (zie hoofdstuk 3) automatisch
toegekend en is opgebouwd uit een getal en een letter (bv. 001-A).
Het getal (001, 002, enz.) geeft aan om welke regelaar het gaat (001 = eerste
regelaar, 002 = tweede regelaar, enz.). Indien de regelaar stand-alone wordt
gebruikt, is dit getal altijd gelijk aan 001. Wordt de regelaar in een CTR-bus gebruikt
dan wordt, tijdens de configuratie van de CTR-bus, aan elke regelaar een uniek getal
toegekend. De letter (A = eerste regeling, B = tweede regeling, enz.) geeft aan om
welke specifieke regeling binnen een regelaar het gaat. De letters worden tijdens de
configuratie van een regelaar toegekend. Zo is 001-C het adres van de derde
regeling in de eerste regelaar.
Modulerende Cascaderegelaar Rematic MC
001-C
Regeling
Rematic Algemeen
Modulaire opbouw Rematic MC
1
2
Regeling
001-B
Ketelsturing
001-A
5
4
3
2
1
rematic MC
9