Beveiligingen en bewakingen
5.9.4
Vorstbewaking buitentemperatuur
De buitentemperatuur wordt bewaakt om bevriezen van bv. leidingen in de installatie
te voorkomen.
De functie is alleen actief als hier, tijdens de configuratie, voor is gekozen.
Er is sprake van vorstgevaar als de buitentemperatuur beneden 3 °C komt. De
gewenste aanvoertemperatuur wordt minimaal gelijk aan de ingestelde minimum-
aanvoertemperatuur vorstgevaar. Hierdoor worden de pomp ingeschakeld. Wanneer
de buitentemperatuur vervolgens hoger wordt dan 4 °C, vervalt het vorstgevaar.
MENU BEDRIJFSGEGEVENS
Vorstgevaar
buitentemp
MENU INSTELLINGEN
Min aanvoertemp
vorstgevaar 20°C
5.9.5
Periodiek sturen pomp
Het periodiek herinschakelen voorkomt dat een pomp vast gaat zitten.
Deze functie is alleen actief als tijdens de configuratie voor periodiek herinschakelen
is gekozen.
De pomp is dagelijks, tussen 12:00 uur en 12:05, ingeschakeld.
Modulerende Cascaderegelaar Rematic MC
Er is warmtevraag omdat de vorstbewaking op basis
van de buitentemperatuur actief is.
De gewenste aanvoertemperatuur wordt, bij vorstge-
vaar, minimaal gelijk aan de ingestelde waarde.
81