Regeling Ketelsturing - KS
Een ketel wordt afgeschakeld als alle in bedrijf zijnde ketels in kleinlast branden.
Een modulerende ketel zal na bijschakelen van een ketel eventueel terugregelen,
zodat het vermogen in bedrijf gelijk blijft aan het gewenste vermogen.
Bij meerdere modulerende ketels zullen de ketels gezamenlijk het gewenste
vermogen realiseren. Dit betekent dat de modulerende ketels altijd met dezelfde
deellast draaien.
In fig. 5.7 wordt een voorbeeld gegeven van het ketelgedrag bij toepassing van
schakelmethode 3. Er is in dit voorbeeld uitgegaan van twee gel i jksoortige ketels van
gelijk vermogen (één ketelgroep) en een kleinlastpercentage van 30 %.
%
%
%
Fig. 5.7
5.5.4.4
Schakelmethode 4
In principe wordt een ketel zo laat mogelijk bijgeschakeld en zo vroeg mogelijk
afgeschakeld. Dit betekent dat alle ketels die in bedrijf zijn in vollast moeten branden
voordat een volgende ketel bijgeschakeld mag worden. Zie ook § 5.5.2.
Een ketel wordt afgeschakeld als alle in bedrijf zijnde ketels in kleinlast branden. Een
modulerende ketel zal na bijschakelen van een ketel eventueel terugregelen, zodat
het vermogen in bedrijf gelijk blijft aan het gewenste vermogen. Zo zal een module-
rende ketel ook eerst terugregelen voordat een ketel afgeschakeld wordt en daarna
weer opregelen.
Modulerende Cascaderegelaar Rematic MC
100
80
60
40
Totaal
20
0
100
80
60
40
Ketel 1
20
0
100
80
60
40
20
0
Schakelmethode 3: Voorbeeld van twee ketels met gelijk vermogen
Ketel 2
Tijd
Tijd
Tijd
61