5.5
Regeling Ketelsturing - KS
5.5.1
Gewenst vermogen bij in bedrijf komen ketel
De functie beperkt de invloed van het voorspoelen op de berekening van het
gewenst vermogen tijdens het in bedrijf komen van een ketel.
Op het moment dat er een ketel wordt bijgeschakeld, wordt het I-deel van het
gewenst vermogen onthouden. Tijdens het in bedrijf komen van de ketel wordt het I-
deel op deze waarde begrensd. De begrenzing wordt opgeheven als de wachttijd na
het in bedrijf komen van de ketel verstreken is. De wachttijd bedraagt 2 minuten. Er
wordt maximaal 10 minuten op het in bedrijf komen van de ketel gewacht.
De wachttijd wordt korter naarmate het verschil tussen de gewenste en de gemeten
aanvoertemperatuur groter is. Als het verschil tussen deze twee temperaturen groter
is dan 20 K, is er geen wachttijd.
5.5.2
Groepenindeling
De ketels kunnen tijdens de configuratie in (maximaal) 3 groepen worden ingedeeld.
Zo kan onderscheid worden gemaakt in HR-ketels en VR-ketels, of in grote en kleine
ketels.
De normale schakelvolgorde van de groepen is 1, 2 en 3. Als de functie Stookgrens
actief is, m.a.w. als de gemiddelde buitentemperatuur hoger is dan de gewenste
ruimtetemperatuur tijdens dagbedrijf, wordt de volgorde echter 3, 1 en 2. Dit heeft als
voordeel dat een kleinere ketel (uit groep 3) met voldoende capaciteit gebruikt kan
worden om bijvoorbeeld aan de vraag naar warm tapwater te voldoen.
• Voor de schakelmethoden 1 t/m 3 (zie § 5.5.4) geldt dat alle ketels uit groep 1
volledig in bedrijf moeten zijn (ketel in storing telt niet mee), voordat een ketel uit
groep 2 in bedrijf komt. Vervolgens moeten alle ketels uit groep 2 volledig in bedrijf
zijn, voordat een ketel uit groep 3 in bedrijf komt. Het afschakelen gebeurt in
omgekeerde volgorde.
• Schakelmethode 4 wordt uitsluitend gebruikt voor speciale toepassingen waarbij
ketels op basis van vermogen worden onderverdeeld in groepen. Bij deze
schakelmethode (zie § 5.5.4) is de volgorde voor bijschakelen en afschakelen dan
ook geheel anders, namelijk:
Schakelvolgorde bij
1e ketel groep 1
1e ketel groep 2
1e ketel groep 3
2e ketel groep 1
2e ketel groep 2
2e ketel groep 3
3e ketel groep 1
........................
5.5.3
Volgorde-instelling
Deze functie is actief als, tijdens de configuratie, is gekozen voor vaste volgordeom-
kering. De volgorde waarin de ketels moeten worden in- en uitgeschakeld, wordt
tijdens de configuratie vastgelegd.
58
Schakelvolgorde af
.........................
3e ketel groep 3
2e ketel groep 1
2e ketel groep 2
2e ketel groep 3
1e ketel groep 1
1e ketel groep 2
1e ketel groep 3
Regeling Ketelsturing - KS
Installatiehandleiding