4. Verwijder de kleine afdekkap zodat de onderste sleufgaten toegankelijk zijn.
5. Plaats beide schroeven en fixeer hiermee, na uitlijning, de regelaar.
6. Monteer de kleine afdekkap.
2.1.4.4
Plaatsen van voelers en bekabeling
L N
Fig. 2.3
Handel als volgt:
1. Verwijder de kleine afdekkap.
2. Plaats de benodigde voelers en bekabel de voelers en de installatiecomponenten
naar de regelaar. De tabellen met de I/O-aansluitingen staan in § 2.1.4.5.
3. Sluit alle schakel- en communicatiekabels aan op de re gelaar, inclusief, indien van
toepassing, de speciale PC-/modemkabel.
4. Sluit het meegeleverde netsnoer aan.
5. Monteer alle trekontlastingsclips en controleer of alle kabels goed vastgeklemd
zitten.
6. Noteer het CTR-nummer dat op de lip van de grote afdekkap staat (zie
bovenstaande figuur). Dit CTR-nummer is nodig bij de configuratie van de CTR-
bus.
7. Plaats de jumper voor aarding van de CTR-bus (zie § 2.1.4.7).
8. Plaats de kleine afdekkap.
9. Schakel de netspanning in.
De CTR-bus moet altijd op één punt aan aarde liggen (zie § 2.1.4.7).
Voorzie de kabels, die gebruikt worden voor niet-veilige spanningen, van
isolatiekousjes alvorens ze te bevestigen aan de relaisuitgangen.
De storingsuitgang is potentiaalvrij en heeft alléén een schakelfunctie. De
voedingsspanning moet dus van buiten de regelaar komen.
20
3 4 5 6
L´ N´ 1 2
Klemmenaansluiting voelers en bekabeling Rematic MC
RS 232
CTR-NR
6314
A B S
Installatie en montage Algemeen
7 8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Installatiehandleiding