Als alle indicatielampjes van de voicesecties branden,
kunnen de zendniveaus van alle voicesecties in dezelfde
mate worden aangepast. Als de zendniveaus van de
verschillende voicesecties afzonderlijk worden ingesteld,
brandt het indicatielampje van de knop [DEPTH] niet.
Als de zendniveaus echter weer worden aangepast, gaat
het indicatielampje van de knop [DEPTH] branden en
worden de zendniveaus gewijzigd van de eerder
ingestelde waarde.
Delay-sectie
c DELAY [ON/OFF]-schakelaar
Gebruik deze schakelaar om te bepalen of het delay-
effect moet worden toegepast (ON) of niet (OFF).
Bij vertragingseffecten wordt een vertraagde versie
gegenereerd van het ingangssignaal, dat op deze manier
kan worden gebruikt voor allerlei doeleinden, zoals het
toevoegen van ruimtelijkheid en volheid aan het geluid.
d [Analog/Digital]-schakelaar
Gebruik deze knop om te schakelen tussen de analoge en
de digitale delay. Het indicatielampje van het
geselecteerde effect brandt.
Effect
Omschrijving
Analog
Het typische warme geluid van analoge delay.
Gebruik de knop [DEPTH] om de effectdiepte aan
te passen, de knop [FEEDBACK] om het aantal
herhalingen aan te passen en de knop [TIME] om
de delaytijd aan te passen. De maximale delaytijd
is 800 ms.
Digitale
Cleane digitale delay. Gebruik de knop [DEPTH]
om de effectdiepte aan te passen, de knop
[FEEDBACK] om het aantal herhalingen aan te
passen en de knop [TIME] om de delaytijd aan
te passen. De maximale delaytijd is 1,486 ms.
e [DEPTH]-knop
Gebruik deze knop om de effectdiepte aan te passen.
U kunt het zendniveau voor elke voicesectie ook
aanpassen met de displayschakelaar voor het effectniveau.
f [FEEDBACK]-knop
Gebruik deze knop om het feedbackniveau aan te passen
dat vanuit de delay wordt teruggevoerd naar de ingang.
OPMERKING
Het geluid wordt geoscilleerd als het feedbackniveau hoog
wordt ingesteld. U kunt de oscillatie verminderen door het
feedbackniveau te verlagen of door de schakelaar
DELAY [ON/OFF] op OFF te zetten. Als de Live Set Sound wordt
gewijzigd in een andere terwijl het geluid nog oscilleert, helpen
de regelaars van de delaysectie niet bij het regelen van de
oscillatie. Druk nogmaals op de knop van de momenteel
geselecteerde Live Set Sound om het oscilleren te stoppen.
g [TIME]-knop
Gebruik deze knop om de feedbackvertragingstijd
in te stellen.
Reverbsectie
h REVERB [ON/OFF]-schakelaar
Gebruik deze schakelaar om te bepalen of het
reverbeffect moet worden toegepast (ON) of niet (OFF).
Met reverbeffecten worden een volle, speciale ambiance
gecreëerd van verschillende speelomgevingen, zoals een
concertzaal of een nachtclub.
i [DEPTH]-knop
Gebruik deze knop om de diepte van het reverbeffect aan
te passen. U kunt ook de displayschakelaar voor het
effectniveau gebruiken om het effectniveau voor elke
voicesectie afzonderlijk aan te passen.
j [TIME]-knop
Gebruik deze knop om de duur van het reverbeffect
in te stellen (max. 30 s).
Master EQ
l
n
m
o
k MASTER EQUALIZER [ON/OFF]-knop
Gebruik deze knop om te bepalen of de Master EQ moet
worden toegepast (ON) of niet (OFF). Met de Master EQ
wordt de totaalklank van het geluid aangepast.
OPMERKING
De Master EQ-instellingen worden algemeen geregeld en
kunnen niet worden opgeslagen in een Live Set Sound.
l [HIGH]-knop
Gebruik deze knop om de gain (-12 tot +12) van de hoge
EQ-band (5 kHz) aan te passen.
m [MID]-knop
Gebruik deze knop om de gain (-12 tot +12) van de
middelste EQ-band (100 tot 10 kHz) aan te passen.
n [FREQUENCY]-knop
Gebruik deze knop om de middenfrequentie van
het middenbereik aan te passen.
o [LOW]-knop
Gebruik deze knop om de gain (-12 tot +12) van de lage
EQ-band (80 Hz) aan te passen.
CP88/CP73 Gebruikershandleiding
Regelaars en functies
k
17