Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Als Een Masterkeyboard Gebruiken; Instellingen Voor Het Gebruik Als Masterkeyboard Maken-Zone - Yamaha MONTAGE 6 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor MONTAGE 6:
Inhoudsopgave

Advertenties

Als een masterkeyboard gebruiken

Met de functie Master Keyboard kunt u in elke performance maximaal acht afzonderlijke zones toewijzen voor gebruik als een
masterkeyboardcontroller.
U kunt de instellingen voor het besturen van een extern MIDI-apparaat op elk gewenst moment onmiddellijk oproepen door de
functie te combineren met de Live Sets. Op dezelfde manier kunt u de aangesloten externe MIDI-toongenerator sequentieel
wijzigen en besturen tijdens live optredens.
Instellingen voor het gebruik als
masterkeyboard maken—Zone
Als u de MONTAGE als masterkeyboard gebruikt, kunt u het
keyboard indelen in maximaal acht onafhankelijk te
bespelen secties (de zogenoemde zones). U kunt aan elke
zone verschillende MIDI-kanalen en functies voor de
knoppen en besturingsschuiven toewijzen. Hierdoor wordt
het mogelijk verschillende partijen van de interne
multitimbrale toongenerator gelijktijdig met één keyboard te
regelen. Bovendien kunt u in aanvulling op de interne
performances van de synthesizer zelf via verschillende
kanalen de performances van een extern MIDI-instrument
regelen en zo de MONTAGE het werk van verschillende
keyboards laten doen. U kunt de parameters voor de acht
zones instellen en deze instellingen opslaan.
Stel eerst de MONTAGE in als masterkeyboard door de
zone-instellingen te activeren.
1
Druk op de knop [UTILITY] om de display
Utility op te roepen.
2
Tik op de tab [Settings]
linkerkant van het scherm.
3
Tik op [Zone Master] om deze functie in te
schakelen.
4
Druk op de knop [EXIT].
Hiermee wordt de instelling opgeslagen en gaat u terug
naar de voorgaande display.
[Advanced] aan de
Breng vervolgens instellingen aan volgens het
masterkeyboard (de zone) voor elke performance.
1
Druk op de knop [PERFORMANCE] om de
display Performance Play op te roepen.
2
Verplaats de cursor naar de gewenste partij
van de momenteel geselecteerde
performance en druk op de knop [EDIT] om
de partij te bewerken.
3
Tik op de tab [Part Settings]
aan de linkerkant van het scherm.
4
Tik op [Zone] om deze functie in te schakelen.
5
Stel de zoneparameters zoals MIDI transmit
channel en Note Limit in.
6
Tik op de tab [Zone Transmit] om de
verzendschakelaars naar wens in te stellen.
Druk na het uitvoeren van deze instellingen op de knop
[STORE] om de performance op te slaan.
Zie het PDF-document Naslaggids voor meer informatie over
de zone-instellingen.
[Zone Settings]
MONTAGE Gebruikershandleiding
43

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Montage 7Montage 8

Inhoudsopgave