Automatische uitschakelfunctie
Om onnodig stroomverbruik te voorkomen, heeft dit
instrument een functie voor automatisch uitschakelen
waarmee de stroom automatisch wordt uitgeschakeld als het
instrument gedurende een opgegeven tijd niet is gebruikt.
Instelling van de automatische
uitschakelfunctie
U kunt instellen hoeveel tijd er moet verstrijken voordat het
instrument wordt uitgezet.
[UTILITY] [Settings] [System]
Instructies:
[Auto Power Off]
Instellingswaarde (min.):
off (Auto Power Off uitschakelen), 5, 10,
15, 30, 60, 120
Standaardinstelling (min.):
30
De automatische uitschakelfunctie uitzetten
(eenvoudige manier)
Zet het instrument aan terwijl u de laagste toets op het
keyboard ingedrukt houdt. Het bericht 'Auto power off
disabled' wordt kort weergegeven en de automatische
uitschakelfunctie wordt uitgezet. De instelling blijft ook
behouden als het instrument wordt uitgezet.
LET OP
• Zelfs als het instrument is uitgeschakeld, loopt er nog een
minimale hoeveelheid stroom naar het instrument. Als u de
stroom volledig wilt uitschakelen, zorg er dan voor dat u het
netsnoer ontkoppelt van het stopcontact.
• Afhankelijk van de status van het instrument wordt het
instrument mogelijk niet automatisch uitgeschakeld, ook niet
nadat de opgegeven periode is verstreken. Zet het instrument
altijd handmatig uit als u het niet gebruikt.
• Als het instrument een bepaalde periode niet wordt gebruikt
terwijl het is aangesloten op een extern apparaat zoals een
versterker, luidspreker of computer, volg dan de instructies in
de gebruikershandleiding voor het in de juiste volgorde
uitschakelen van het instrument en de aangesloten apparaten,
om schade aan apparaten te voorkomen. Als u niet wilt dat het
instrument automatisch wordt uitgeschakeld als er een
apparaat is aangesloten, zet u de functie Auto Power Off uit.
• De instelling wordt weer ingesteld op de standaardwaarde als
u geen back-up maakt voordat u de stroom uitschakelt.
• Als Auto Power Off is ingesteld op 'off', blijft die waarde ook
behouden als de back-upgegevens die op een ander apparaat
zijn opgeslagen naar het instrument worden geladen. Als Auto
Power Off is ingesteld op een andere waarde dan 'off', wordt
die waarde overschreven met de geladen gegevens.
OPMERKING
• De ingestelde tijd is een benadering.
• Als u het instrument wilt aanzetten nadat Auto Power Off is
uitgevoerd, drukt u op de [STANDBY/ON]-schakelaar.
• Wanneer de fabrieksinstellingen zijn hersteld, is de ingestelde tijd
gewijzigd naar de standaardwaarde (30 min.).
De mastervolume-uitgang
aanpassen
U kunt het algemene niveau van dit instrument aanpassen
met de schuifregelaar [MASTER VOLUME].
Max.
Min.
VOORZICHTIG
Luister niet gedurende een langere tijd met een hoog volume naar
de hoofdtelefoon. Uw gehoor kan hierdoor beschadigd raken.
De oorspronkelijke fabrieksinstellin-
gen terugzetten (Initialize All Data)
LET OP
Als de handeling Initialize All Data wordt uitgevoerd, worden alle
performance-, song- en systeeminstellingen gewist die u in de
display Utility hebt aangebracht. Zorg ervoor dat u geen
belangrijke gegevens overschrijft. Sla alle belangrijke gegevens
op een USB-flashgeheugenapparaat op voordat u deze
procedure start (pagina 53).
1
Druk op de knop [UTILITY] of tik op het
pictogram UTILITY rechtsboven in het
scherm om de display Utility op te roepen.
2
Tik op de tab [Settings] aan de linkerkant van
het scherm en tik op de tab [System].
De display met alle systeeminstellingen wordt
weergegeven.
3
Tik op [Initialize All Data] rechtsonder in het
scherm.
U wordt om bevestiging gevraagd. Als u deze handeling
wilt annuleren, tikt u op [Cancel No] op het scherm of
druk u op de knop [DEC/NO] op het paneel.
4
Tik op [Yes] op het scherm of druk op de
knop [INC/YES] om de handeling Initialize All
Data uit te voeren.
Opstellen
MONTAGE Gebruikershandleiding
15