Het geluid wijzigen met knoppen
Met de knoppen 1 – 8 kunt u een aantal parameters aanpassen voor de huidige performance of partij, zoals effectdiepte,
attack/release-eigenschappen, timbre en overige parameters. De functies die zijn toegewezen aan elke knop kunnen ook
worden geselecteerd via de knopfunctieknoppen, de knop Multi Part Control of de Assign-knoppen. Het geluid kan in de
basis op twee manier worden geregeld: de hele performance regelen of de specifieke partij regelen.
De hele performance regelen
Verplaats de cursor op de display Performance Play naar de naam van de gewenste performance. U kunt ook de knop
PART [COMMON] inschakelen en knop 1 – 8 gebruiken.
De gewenste partij regelen
Verplaats de cursor op de display Performance Play naar de naam van de gewenste partij. U kunt ook een van de Number-
A-knoppen [1] – [8] inschakelen en knop 1 – 8 gebruiken.
1
Druk op de knopfunctieknop [TONE]/[EQ/FX]/[ARP/MS] of de knoptoewijzingsknop [ASSIGN], zodat
de knop gaat branden die overeenkomt met de functie waarnaar u wilt schakelen.
1
2
3
Knop 1
1
[TONE]: Schakelt naar functies die betrekking hebben op geluidsinstellingen
2
[EQ/FX]: Schakelt naar functies die betrekking hebben op EQ- en effectinstellingen
3
[ARP/MS]: Schakelt naar functies die betrekking hebben op arpeggio- en Motion Sequencer-instellingen.
4
[ASSIGN]: Schakelt naar presetfuncties die zijn ontworpen om de beste eigenschappen van elke performance naar
voren te brengen.
De functies die momenteel zijn toegewezen aan knop 1 – 8 en de parameterwaarden van de functies worden weergegeven.
2
Draai de gewenste knop tijdens het bespelen van het keyboard.
De waarde van de overeenkomstige parameter verandert en de functie/het effect wordt toegepast op het geluid.
Knop 2
Knop 3 Knop 4 Knop 5
Beknopte handleiding — Het keyboard bespelen
4
Knop 6 Knop 7 Knop 8
Functies die zijn toegewezen aan knop 1 – 8.
De huidige waarden van de functies
Superknop
MONTAGE Gebruikershandleiding
27