[INC/YES]-knop
G
Hiermee verhoogt u de waarde van de momenteel
geselecteerde parameter (INC: increment (toename)).
U kunt deze knop ook gebruiken om een taak- of
opslaghandeling uit te voeren.
Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk tegelijkertijd op de
knop [INC/YES] om snel de parameterwaarde in stappen
van 10 te verhogen.
H
[DEC/NO]-knop
Hiermee verlaagt u de waarde van de momenteel
geselecteerde parameter (DEC: decrement (afname)).
U kunt deze knop ook gebruiken om een taak- of
opslaghandeling te annuleren.
Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk tegelijkertijd op de
knop [DEC/NO] om snel de parameterwaarde in stappen
van 10 te verlagen.
Cursorknoppen
I
Met de cursorknoppen kunt u de cursor verplaatsen op het
scherm van de display en de diverse parameters markeren
en selecteren.
[EXIT]-knop
J
De menu's en displays van de MONTAGE zijn hiërarchisch
geordend. Druk op deze knop om de huidige display te sluiten
en terug te gaan naar het vorige niveau in de hiërarchie.
[ENTER]-knop
K
Gebruik deze knop om de display van het geselecteerde
menu op te roepen of om een taak- of opslagbewerking uit
te voeren.
Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk tegelijk op de
knop [ENTER] om de volgende instellingenpagina Tempo
op te roepen.
L
[PERFORMANCE]-knop
Gebruik deze knop om terug te keren naar de display
Performance Play. Het lampje van de knop brandt volop als
de display Performance Play wordt weergegeven. Het
lampje van deze knop brandt gedimd als de display Utility
wordt weergegeven.
Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk tegelijk op de knop
[PERFORMANCE] om de display Overview op te roepen.
[UTILITY]-knop
M
Gebruik deze knop om de display Utility op te roepen,
waarin u algemene systeeminstellingen kunt aanbrengen.
Het lampje van de knop brandt volop als de display Utility
wordt weergegeven, en gedimd als andere displays worden
weergegeven.
Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk tegelijk op de knop
[UTILITY] om de display Quick Setup op te roepen.
[EDIT]-knop
N
Gebruik deze knop om de display voor het bewerken van
performances (pagina 18) en livesets (pagina 30) op te
roepen. Als u op deze knop drukt terwijl u
performanceparameters bewerkt, kunt u bovendien
schakelen tussen het net bewerkte geluid en het
oorspronkelijke, niet-bewerkte geluid, zodat u kunt horen wat
het effect is op het geluid (de functie Compare). Het lampje
van de knop brandt als de bewerkingsdisplay wordt
weergegeven, en knippert als Compare actief is.
[STORE]-knop
O
Gebruik deze knop om de display Store op te roepen.
Het lampje van de knop brandt volop als de display Store
wordt weergegeven, en gedimd als andere displays worden
weergegeven.
[SHIFT]-knop
P
Als u op deze knop drukt en tegelijkertijd op een andere
knop, kunt u verschillende opdrachten uitvoeren. Zie voor
details de 'Shift-functielijst' (pagina 55).
[LIVE SET]-knop
Q
Met deze knop kunt u al uw favoriete en veelgebruikte
performances opslaan op één gemakkelijk toegankelijke
locatie, en deze oproepen.
Houd de knop [SHIFT] ingedrukt en druk tegelijk op de knop
[LIVE SET] om de display Live Set op te roepen, waarin u de
momenteel geselecteerde performance kunt opslaan naar
de liveset. Dit is nog een handige manier waarop u snel kunt
schakelen tussen de performances die u nodig hebt bij live
optredens.
Het lampje van de knop brandt volop als de display Live Set
wordt weergegeven. Als de display Live Set niet wordt
weergegeven, brandt het lampje van de knop gedimd als de
functie Live Set actief is, en is het lampje van de knop uit als
de functie NIET actief is.
[CATEGORY SEARCH]-knop
R
De functie Category Search (pagina 20) kan worden
opgeroepen met deze knop.
Als de display Performance Play wordt weergegeven,
gebruikt u deze knop om de display Performance Category
Search op te roepen, waarin u de hele performance kunt
selecteren. Als de cursor in de display Performance Play op
de naam van de partij staat, houdt u de knop [SHIFT]
ingedrukt terwijl u tegelijkertijd op de knop [CATEGORY
SEARCH] drukt om de display Part Category Search op te
roepen, waarin u een geluidstype kunt selecteren voor de
momenteel geselecteerde partij. Het lampje van de knop
brandt volop als de display Category Search wordt
weergegeven. Als de display Category Search niet wordt
weergegeven, brandt het lampje van de knop gedimd als de
functie Category Search actief is, en is het lampje van de
knop uit als de functie NIET actief is.
[PERFORMANCE CONTROL]-knop
S
Gebruik deze knop met de Number A-knoppen [1] – [16],
de Number B-knoppen [1] – [8] en de Number C-knoppen
[1] – [8], de knop PART [MUTE] en de knop PART [SOLO]
om performances te regelen. Als deze knop is ingeschakeld,
kunnen de volgende functies worden gebruikt. Het lampje
van de knop brandt volop de knop is ingeschakeld, en
gedimd als de knop is uitgeschakeld.
Nummerknoppen
PART [MUTE]-knop ON PART [SOLO]-knop ON
Number A-knoppen [1] – [8]
Partij geselecteerd (1 – 8)
(bovenste regel)
Number A-knoppen [9] – [16]
Partij gedempt (1 – 8)
(onderste regel)
Number B-knoppen [1] – [8] Motion Sequence-typen uitschakelen (1 – 8)
Number C-knoppen [1] – [8] Arpeggiotypen uitschakelen (1 – 8)
[PART CONTROL]-knop
T
Gebruik deze knop met de Number A-knoppen [1] – [16], de
Number B-knoppen [1] – [8] en de Number C-knoppen [1] –
[8], de knop PART [MUTE] en de knop PART [SOLO] om
partijen te regelen. Als deze knop is ingeschakeld, kunnen
de volgende functies worden gebruikt. Het lampje van de
knop brandt volop de knop is ingeschakeld, en gedimd als
de knop is uitgeschakeld.
Regelaars en functies
Partij solo (1 – 8)
Partij solo (1 – 8)
MONTAGE Gebruikershandleiding
9