Regelaars en functies
Linkerkant van achterpaneel
1
[STANDBY/ON]-schakelaar
Druk hierop om het instrument aan (On) of stand-by
(Standby) te zetten.
[AC IN] (aansluiting voor netsnoer)
2
Sluit het netsnoer aan dat bij dit instrument wordt geleverd.
[USB TO DEVICE]-aansluiting
3
Wordt gebruikt om dit instrument aan te sluiten op een
USB-flashgeheugenapparaat. Hiermee kunt u de gegevens
die u op het instrument hebt gemaakt, opslaan op een extern
USB-flashgeheugenapparaat. Daarnaast kunt u de gegevens
die op een USB-flashgeheugenapparaat zijn opgeslagen,
laden in uw instrument. Er kunnen opslag-/laadhandelingen
worden uitgevoerd: [UTILITY] [Contents] [Store/Save]
of [Load].
OPMERKING
• Dit instrument herkent alleen USB-flashgeheugenapparaten.
Geen andere USB-opslagapparaten (zoals een vaste schijf,
cd-romstation en USB-hub) kunnen worden gebruikt.
• Dit instrument ondersteunt de USB-standaard 1.1 tot 3.0. Houd er
echter rekening mee dat de overdrachtssnelheid varieert afhankelijk
van het gegevenstype en de toestand van dit instrument.
[USB TO HOST]-aansluiting
4
Wordt gebruikt om een instrument via een USB-kabel aan te
sluiten op een computer, zodat u MIDI- en audiogegevens
kunt verzenden tussen de apparaten. In tegenstelling tot MIDI
kunnen met USB meerdere poorten worden aangestuurd via
één kabel (pagina 50). Voor meer informatie over hoe de
MONTAGE poorten aanstuurt, raadpleegt u pagina 50.
OPMERKING
De capaciteit voor het verzenden van audiogegevens voor dit
instrument is maximaal 32 kanalen (16 stereokanalen) bij een
samplefrequentie van 44,1 kHz, of maximaal 8 kanalen
(4 stereokanalen) bij een samplefrequentie van 44,1 kHz tot 192 kHz.
De capaciteit voor het ontvangen van audiogegevens is maximaal
6 kanalen (3 stereokanalen).
Rechterkant van achterpaneel
5
MIDI [IN]-, [OUT]-, [THRU]-aansluiting
Via MIDI [IN] worden alle besturings- of performancegegevens
van een ander MIDI-apparaat ontvangen, zoals een externe
sequencer. Hierdoor kunt u dit instrument bedienen van een
afzonderlijk MIDI-apparaat dat u op het instrument hebt
aangesloten.
Via MIDI [OUT] worden alle besturings-, performance- en
afspeelgegevens van dit instrument verzonden naar een
ander MIDI-apparaat, zoals een externe sequencer.
MIDI [THRU] is bedoeld om alle ontvangen MIDI-gegevens
(via MIDI [IN]) om te leiden naar de aangesloten apparaten,
zodat extra MIDI-instrumenten gemakkelijk ketengewijs
kunnen worden gekoppeld.
12
MONTAGE Gebruikershandleiding
FOOT SWITCH [ASSIGNABLE]/[SUSTAIN]-
6
aansluitingen
Voor het aansluiten van een optionele FC3-/FC4-/FC5-
voetschakelaar op de [SUSTAIN]-aansluiting en een
optionele FC4-/FC5-voetschakelaar op de aansluiting
[ASSIGNABLE]-aansluiting. Als de voetschakelaar is
verbonden met de [SUSTAIN]-aansluiting, wordt de sustain
geregeld via de schakelaar. Als de voetschakelaar is
verbonden met [ASSIGNABLE], kan met de schakelaar een
van de diverse toe te wijzen functies worden geregeld.
OPMERKING
• In deze Gebruikershandleiding wordt met de term 'FC3' verwezen
naar de FC3 en andere voetschakelaars die compatibel zijn met
de FC3, zoals de FC3A.
• In deze Gebruikershandleiding wordt met de term 'FC4' verwezen
naar de FC4 en andere voetschakelaars die compatibel zijn met
de FC4, zoals de FC4A.
7
FOOT CONTROLLER [1]/[2]-aansluiting
Een optionele voetregelaar (FC7 enz.) aansluiten. Met deze
aansluiting kunt u continu een van de diverse toe te wijzen
functies voor het bewerken van partijen regelen, zoals
volume, toon, toonhoogte en andere aspecten van het
geluid (zie het PDF-document Naslaggids).
ASSIGNABLE OUTPUT (BALANCED) [L]-
8
en [R]-aansluitingen (gebalanceerde TRS-
uitgang)
Via deze gebalanceerde TRS-uitgangen worden de
lijnniveau-audiosignalen van het instrument uitgevoerd.
Deze uitvoer verloopt onafhankelijk van de hoofduitvoer
(via de hierna beschreven OUTPUT [L/MONO]/[R]-
aansluitingen) en kan vrij worden toegewezen aan ongeacht
welke drumpartijtoets of de partijen. Hierdoor kunt
u specifieke partijen of geluiden routen om deze te
bewerken met uw favoriete externe effectapparaat.
U kunt de volgende partijen toewijzen aan deze
aansluitingen:
• De drumpartijtoets waaraan het drum- of percussie-
instrument is toegewezen.
• Metronoom (klik)
• Elke partij van een performance*.
* Inclusief audio-ingangspartij
Zie het PDF-document Naslaggids voor meer informatie.
OUTPUT (BALANCED) [L/MONO]- en [R]-
9
aansluitingen (gebalanceerde TRS-uitgang)
Via deze gebalanceerde TRS-uitgangen worden de
lijnniveau-audiosignalen uitgevoerd. Voor monofone uitvoer
gebruikt u alleen de aansluiting [L/MONO].
[PHONES]-aansluiting (hoofdtelefoon)
)
Met deze standaard stereohoofdtelefoonaansluiting kan een
stereohoofdtelefoon worden aangesloten. Deze aansluiting
zorgt voor het digitaal verzenden van stereoaudiosignalen
identiek met die van de aansluitingen OUTPUT [L/MONO]
en [R].