Onderhoud
Na draaiuren
1000
8000
Controleren of de schakelaars en sensoren goed werken.
Verlichting en indicatielampjes controleren.
Koelsysteem (omvormer)
Controleer de lekdichtheid en goede werking van het koelsysteem.
Controleer de koelvloeistof en vul deze indien nodig bij.
Reinig de ventilator en de waterkoeler.
Startbatterij
Meet de koudstartstroom; laad de batterij op of vervang de batterij, indien nodig.
Hydraulisch systeem
Toestand en werking van het hydraulisch systeem controleren en het systeem op
lekdichtheid controleren.
Blokkeerfunctie van het hydraulisch systeem (ISO-klep) controleren.
Controleer het oliepeil.
Hefmast
Controleer de mastbevestiging op beschadiging. Smeer de mastbevestiging en con-
troleer het aanhaalmoment.
Mastprofielen op beschadiging en slijtage controleren. Mastprofielen smeren.
De geleiding in het mastprofiel, beneden (omkering van de belasting), op beschadi-
ging en slijtage controleren.
Hefkettingen op beschadiging en slijtage controleren. Hefkettingen afstellen en sme-
ren.
Hefcilinders en aansluitingen op beschadiging en lekdichtheid controleren.
Geleiderollen op beschadiging en slijtage controleren.
Steunrollen en kettingrollen op beschadiging en slijtage controleren.
Speling tussen aanslag van vorkenbord en uitloopblokkering controleren.
Neigcilinders en aansluitingen op beschadiging en lekkage controleren.
Vorkenbord op beschadiging en slijtage controleren.
Vergrendeling van de vorken op beschadiging en op een goede werking controle-
ren.
Vorken op slijtage en vervorming controleren.
Controleren of er een veiligheidsbout op het vorkenbord of het voorzetapparaat aan-
wezig is.
2000
4000
10000
11000
57378011531 NL - 11/2021 - 05
Algemene onderhoudsinformatie
5000
7000
13000
14000
5
Uitge-
voerd
419