4
Bestuurdersstoelen
Armleuning verstellen
GEVAAR
Er bestaat een ongevallenrisico als de armleuning
plotseling omlaag gaat en de bestuurder daardoor
op een ongecontroleerde manier beweegt.
Hierdoor kunnen onbedoeld de stuurinrichting of be-
dieningselementen worden bediend waardoor de
machine of last ongecontroleerde bewegingen
maakt.
– Verstel de armleuning niet tijdens het rijden.
– Verstel de armleuning zodanig dat alle bedie-
ningselementen veilig kunnen worden bediend.
– Zorg ervoor dat de armleuning goed vastzit.
Lengte van de armleuning verstellen
– Draai de stergreep (1) linksom los.
– Schuif de armleuning (2) in de gewenste
stand.
– Draai de stergreep rechtsom vast.
– Controleer of de armleuning goed vastzit.
Hoogte van de armleuning verstellen
– Ontgrendel het handwiel (3) door dit links-
om te draaien.
– Schuif de armleuning (2) in de gewenste
stand.
– Draai het handwiel rechtsom vast.
– Controleer of de armleuning goed vastzit.
Horizontale vering in lengterich-
ting (variant)
Als de bestuurdersstoel is uitgerust met de va-
riant met "horizontale vering in lengterichting",
worden schokken in de rijrichting gedempt
door de extra stoelvering.
98
57378011531 NL - 11/2021 - 05
Bediening