4
Inschakelen en starten
WAARSCHUWING
Voordat het contact wordt ingeschakeld, dienen alle
visuele controles en functietests te zijn uitgevoerd
zonder dat er gebreken zijn vastgesteld.
– Voer de visuele controles uit en controleer de
werking.
– Gebruik de machine niet als er gebreken zijn vast-
gesteld; neem contact op met het geautoriseerde
servicecentrum.
– Schakel de parkeerrem in.
– Steek de contactsleutel (1) in de contact-
schakelaar en draai de sleutel in stand "I".
OPMERKING
Als de machine is uitgerust met de vari-
ant "Toegangsautorisatie met pincode", ver-
schijnt op het display eerst het invoermenu
voor de toegangsautorisatie.
Zodra de machine gereed is voor gebruik, ver-
schijnt het hoofdscherm op het display.
OPMERKING
De motor start pas als de inzetbaarheid van
de machine is vastgesteld en het hoofdscherm
op het display wordt weergegeven.
Hoofdscherm
1
Geselecteerd rijprogramma met display
voor de rijdynamiek
2
Lastinformatie (varianten)
1
3
Statusbalk
: brandstofniveau, draaiuren,
tijd
4
Geselecteerd lastdynamiekprogramma
met dynamische balk
5
Indicator voor richtingaanwijzer "rechts"
6
Rijsnelheid of parkeerrem
7
Indicator voor richtingaanwijzer "links"
8
Rijrichtingindicator "achteruit"
9
Rijrichtingindicator "vooruit"
10
Stuurhoekindicatie
Er kan extra informatie op het display verschij-
nen.
1
In deze afbeelding wordt een voorbeeld-statusbalk (3) weergegeven.
130
57378011531 NL - 11/2021 - 05
Bediening
0
I
7071_003-101
432
08:20
h
1,6
t
7°
2,71
m
II
1