Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

F3. Dualmode Functies; F3.2: Dual Ontstemmen Instelbereik - Yamaha CLP-F01 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

F3. Dualmode functies

U kunt verscheidene parameters voor de dual-
mode instellen om zo de instellingen voor de
songs die u speelt te optimaliseren, zoals de
volumebalans aanpassen tussen twee voices.
Dualmode functie instellingen worden voor
elke voice combinatie afzonderlijk ingesteld.
1. Selecteer de voices in de dualmode, activeer
de functiemode en selecteer
2. Druk op de [+/YES] knop om de dualmode
functie's sub-mode te activeren en gebruik ver-
volgens de [TEMPO/FUNCTION# M L] knop-
pen om de gewenste sub-mode te selecteren.
Druk op de [–/NO] [+/YES] knop om de
waarden toe te wijzen.
Als de dualmode niet is geactiveerd zal er
in plaats van
worden geselecteerd. U kunt van de functiemode naar de
dualmode schakelen.
Sub-mode
F3.1: Dual balans
Instelbereik:
Normale instelling: Anders voor elke voice combinatie.
U kunt één voice instellen als de algemene voice, en een
andere voice als een zachtere, bijgemengde voice.
F3.2: Dual ontstemmen
Instelbereik:
Het beschikbare instelbereik is groter in het lagere bereik
(± 60 cents voor A-1), en kleiner in het hoge bereik (± 5 cents
voor C7). (100 cents komt overeen met één halve noot.)
Normale instelling: Anders voor elke voice combinatie.
Ontstem voice 1 en voice 2 in de dualmode om een voller
geluid te creëren.
44
Gedetailleerde instellingen - [FUNCTION]
CLP-F01
.
OPMERKING
verschijnen,
en de dualmode functies kunnen niet
0 – 20 (De instelling "10" produceert
een gelijke balans tussen de twee
dualmode voices. Instellingen onder
de "10" verhogen het volume van de
2e voice ten opzichte van de 1e voice,
en instellingen boven de "10" verho-
gen het volume van de 1e voice ten
opzichte van de 2e voice.)
-10 – 0 – 10 (Bij positieve waarden
wordt de toonhoogte van voice 1
verhoogd en de toonhoogte van
voice 2 verlaagd. Bij negatieve
waarden wordt de toonhoogte van
voice 1 verlaagd en de toonhoogte
van voice 2 verhoogd.)
TIP
F3.3: Voice 1 octavering
F3.4: Voice 2 octavering
Instelbereik:
–1, 0, 1
Normale instelling: Anders voor elke voice combinatie.
U kunt afzonderlijk voor voice 1 en voice 2 de toon-
hoogte verhogen en verlagen in stappen van een octaaf.
Afhankelijk van welke voices u combineert in de dual-
mode, kan de combinatie beter klinken als één van de
voices een octaaf omhoog of omlaag wordt geschoven.
F3.5: Voice 1 effect diepte
F3.6: Voice 2 effect diepte
Instelbereik:
0 – 20
Normale instelling: Anders voor elke voice combinatie.
Deze functies maken het mogelijk om de diepte van het
effect voor de 1e en de 2e dualmode voices afzonderlijk
in te stellen. (De effectdiepte instellingen kunnen alleen
worden gewijzigd als het
[EFFECT]
functiemode moet worden verlaten voordat
kan worden aangezet.)
• "Voice 1" en "Voice 2" worden uitgelegd op blz. 28.
F3.7: Reset
Deze functie reset alle dual-mode functies naar hun stan-
daard waarden. Druk op de
[+/YES]
den te resetten.
TIP
DIRECT:
U kunt direct naar de dualmode functies
op de [TEMPO/FUNCTION#] knop te drukken terwijl u de
twee dualmode voice knoppen ingedrukt houdt.
Om de functiemode te verlaten is het nog steeds nodig dat u
op de [TEMPO/FUNCTION#] knop drukt, zodat de tempo
indicator oplicht.
op AAN staat. De
[EFFECT]
knop om de waar-
springen door

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave