Inhoudsopgave
Advertenties
Storingen
Verhoogde temperatuur op
de lagerpunten
Vergrote vibratie-amplituden
op de lagerplaatsen
Verhoogde temperatuur op
de teruglooprem.
Uitvallen van de remfunctie
Olie lekt uit de transmissie
Water in de olie
Drukregelaar zet alarm in
werking.
(Bij transmissie met
druksmering, water-oliekoeler
of lucht-oliekoeler)
Vervuilingsmeter van het
dubbelschakelfilter zet alarm
in werking
Storing olietoevoerinstallatie
Tabel 9.1: Tips in verband met storingen
Oorzaken
Oliepeil in het huis van de
transmissie te hoog of te laag
Olie is te oud
Mechanische oliepomp defect
Lagers defect
Lagers defect
Tandwielen defect
Schade aan de teruglooprem
Onvoldoende afdichting van het
deksel van het huis resp.
scheidingsvoegen
Radiale asafdichtingsringen defect
Olie schuimt in smeeroliebak
Oliekoeler / koelslang defect
Transmissie wordt door
machinekamerventilator met koele
lucht aangeblazen: Water
condenseert
Oliedruk < 0.5 bar
Dubbelschakelfilter vuil
BA 5010 NL 06.03
64 / 75
Verhelpen
Oliepeil bij ruimtetemperatuur
controleren, eventueel olie bijvullen
Klantenservice inschakelen.
– Tijdstip van het laatste olie
verversen vaststellen.
Klantenservice inschakelen.
– Functie van de oliepomp controleren
Oliepomp repareren of vervangen
Klantenservice inschakelen.
– Meetwaarden van de vibratiemeting
door de exploitant inzien.
– Lagers controleren,
eventueel vervangen
Klantenservice inschakelen.
– Lagers controleren,
eventueel vervangen
Klantenservice inschakelen.
– Tandwielen controleren,
eventueel vervangen
Klantenservice inschakelen.
– Teruglooprem controleren,
indien nodig vervangen.
Afdichtingen controleren, indien
nodig vervangen. Scheidingsvoegen
afdichten
Klantenservice inschakelen.
– Radiale asafdichtingsringen
vervangen
Olietoestand door reageerbuistest
op binnengedrongen water laten
onderzoeken
Olie door chemisch laboratorium laten
onderzoeken.
Klantenservice inschakelen.
– Lekkages zoeken,
indien aanwezig verhelpen.
– Oliekoeler / koelslang vervangen
Huis van de transmissie met een
geschikte warmte-isolatie
beschermen.
Luchtuitlaat sluiten of door
bouwkundige maatregelen in een
andere richting aanleggen.
Oliepeil bij ruimtetemperatuur
controleren, eventueel olie bijvullen.
Oliefilter controleren,
eventueel reinigen.
Klantenservice inschakelen.
– Functie van de oliepomp
controleren
– Oliepomp repareren of vervangen
Dubbelschakelfilter overeenkomstig
aparte gebruiksaanwijzing
omschakelen, vervuild filterpatroon
reinigen
Gebruiksaanwijzing van de
olietoevoerinstallatie in acht nemen
Advertenties
Inhoudsopgave
