6.9
Montage van de draaimomentsteun voor het huis van de transmissie
6.9.1
Monteren van de draaimomentsteun
Let op!
Bij transmissies met rechte tandwielen met motorlantaarnstuk bevindt zich de draaimomentsteun
tegenover het motorlantaarnstuk.
1
Zijkant van de machine
Grootte van de
Grootte van de
Tabel 6.8: Motorindeling huissteun
Opmerking:
S Uitvoering van de fundering voor de bevestiging van de draaimomentsteun zie punt 6.2.1 (fundering).
S Bij montage van een door de klant geleverde draaimomentsteun dient de verbinding met het
fundament via een elastisch element te worden gemaakt.
De draaimomentsteun moet aan de zijkant van de machine spanningsvrij
worden gemonteerd.
Grootste toegestane standaardmotor
Transmissietype
transmissie
transmissie
H2
4
200
5 ... 6
225
7 ... 8
280
9 ... 10
280
11 ... 12
315M
13 ... 14
–
15 ... 16
–
17 ... 18
–
19 ... 26
Grotere motoren mogen alleen in overleg met FLENDER worden gemonteerd.
BA 5010 NL 06.03
1
2
2
Elastisch steunblok
Transmissietype
H3
H4
B2
–
–
200
225
–
225
280
180
280
280
225
280
315M
250
315M
355
315M
355
355
315
–
355
355M
–
op aanvraag
54 / 75
500006-10-12
B3
B4
200
–
225
160
280
200
280
225
315M
280
355
315M
355
355M
355
355