7.
Inbedrijfstelling
De opmerkingen in hoofdstuk 3, "Veiligheidstips", moeten in acht worden genomen.
7.1
Maatregelen voor de inbedrijfstelling
7.1.1
Deconservering
S Olieaftapplug eruit schroeven of olieaftapkraan openen en de resten van de conserverings- of
inloopolie uit het huis in een geschikt vat aftappen en volgens de voorschriften afvoeren. Hierbij
moeten ook eventueel aanwezige aftappluggen voor restolie worden geopend (bv. bij transmissies
met een gemonteerde teruglooprem). De positie van het olieaftappunt is in de tekening met
afmetingen van de documentatie van de transmissie door een overeenkomstig symbool gemarkeerd.
S Olieaftapplug weer erin schroeven.
1
Inspectie- of montagedeksel
2
Oliepeilstok
3
Olievulling
4
Olieaftapplug
5
Ontluchtings- en sluitschroef
De exacte afbeelding van de transmissie vindt u in de tekeningen van de documentatie van de
transmissie.
Let op!
Eventueel gemorste olie moet onmiddellijk met oliebindmiddel worden
verwijderd.
1
1
Voor
de
inbedrijfstelling
ontluchtingsschroef met kap vervangen (zie ook opmerking op de
transmissie).
BA 5010 NL 06.03
3
2
5
4
B... v 12
3
2
4
B... w 13
6
Teruglooprem
7
Sluitdeksel teruglooprem
8
Sluitschroef olievulpunt teruglooprem
9
Sluitschroef afvoer voor restolie teruglooprem
de
gele
kunststof
57 / 75
500007-10-1
8
7
9
6
500007-10-2
5
8
7
9
6
schroefdop
door