6.3
Koppelingen
Voor de aandrijving van de transmissie moeten in de regel elastische koppelingen of hydraulische
koppelingen, gecombineerd met een elastische koppeling, worden aangebracht.
Opmerking:
Bij transmissietypes met een massieve uitgaande as worden voor de uitgaande as ook in de regel
elastische koppelingen aangebracht.
Moeten starre koppelingen of andere ingaande of uitgaande elementen worden gebruikt, die extra
radiale en/of axiale krachten veroorzaken (bv. tandwielen, riemschijven, schijfvliegwielen, hydraulische
koppelingen) dan moeten deze contractueel overeengekomen zijn.
Voor onderhoud en gebruik van de koppelingen moet de gebruiksaanwijzing van de koppeling in acht
worden genomen.
Opmerking:
Opmerking:
Verplaatsingen van de koppelingsdelen ten opzichte van elkaar kunnen door een onnauwkeurig
instellen tijdens de montage, maar ook door het gebruik van de installatie (warmte-uitzetting,
doorbuigen van de assen, te zwak machineframe etc.) ontstaan.
Axiale verplaatsing
(DKa)
Bij transmissies met ventilator moet het hydraulische gedeelte van de hydraulische
koppeling op de motoras worden gezet, zodat voldoende afstand als aanzuigopening
voor de koellucht bestaat (zie punt 5.9.1).
Koppelingen met randsnelheden op de buitendoorsnede tot 30 m/s moeten
statisch uitgebalanceerd zijn. Koppelingen met randsnelheden van meer dan
30 m/s vereisen een dynamische balancering.
Tijdens het opstellen van de aandrijvingen moet op het precies op elkaar
instellen van de afzonderlijke componenten worden gelet. Ontoelaatbaar grote
richtfouten van de te verbinden aseinden door hoek- en asverplaatsingen
leiden tot vroegtijdige slijtage of materiaalschade.
Te zachte basisframes of onderconstructies kunnen ook tijdens het bedrijf tot
radiale of axiale verplaatsingen leiden, die bij stilstand niet kunnen worden
gemeten.
De toegestane richtfouten vindt u bij door FLENDER geleverde koppelingen in de
betreffende gebruiksaanwijzingen van de koppelingen.
Bij gebruik van koppelingen van andere leveranciers dient bij dezen onder
specificatie van de optredende radiale belastingen te worden opgevraagd, welke
richtfouten toegestaan zijn
Hoe geringer de radiale verplaatsing en de hoekverplaatsing tussen de
koppelingsdelen op de te verbinden aseinden is, des te langer is de levensduur en
betrouwbaarheid van de installatie en des te rustiger loopt de installatie.
Mogelijke verplaatsingen
D
Ka
Hoekverplaatsing
BA 5010 NL 06.03
(DKw)
37 / 75
500005-10-29
Radiale verplaatsing
(DKr)