Het instellen moet in twee verticaal ten opzichte van elkaar liggende asniveaus plaatsvinden. Dat is met
behulp van een liniaal (radiale verplaatsing) en voelermaat (hoekverplaatsing) zoals in de afbeelding
mogelijk. Door gebruik van een meetklok of een instelsysteem met lasertechnologie kan de
instelnauwkeurigheid worden verhoogd.
Instellen met als voorbeeld een elastische koppeling
1
Liniaal
De maximaal toegestane verplaatsingen mogen tijdens het gebruik in geen
Let op!
geval worden overschreden.
Ze kunnen in de gebruiksaanwijzing van de koppeling worden nagezien.
Hoekverplaatsing en radiale verplaatsing kunnen gelijktijdig optreden. De som
van beide verplaatsingen mag de max. toegestane waarde van de
hoekverplaatsing en radiale verplaatsing niet overschrijden.
Bij gebruik van koppelingen van andere leveranciers dient in ieder geval
overleg met FLENDER te worden gepleegd.
Opmerking:
Voor het instellen van de aandrijfcomponenten (hoogte-instelling) raden wij u het
gebruik aan van onderleg- of folieplaten onder de bevestigingsvoeten. Gunstig zijn
klauwen met stelbouten op de fundering voor het zijdelings bijstellen van de
aandrijfcomponenten.
Bij transmissies met holle uitgaande as of uitgaande flensas vervalt de koppeling aan de uitgaande
zijde. Transmissies met holle uitgaande assen moeten op de werkmachineassen van de klant gestoken
worden. Transmissies met een flensas aan de uitgaande zijde moeten via een contraflens op de as van
de klant worden bevestigd.
3
1
3
2
2
Voelermaat
BA 5010 NL 06.03
38 / 75
500005-10-30
3
3
3
Meetpunten