MOGELIJK BIOLOGISCH GEVAARLIJK MATERIAAL EN
BESMETTINGSGEVAAR. DE PIPET KAN VLOEISTOF BEVATTEN.
Als de pipetkanalen nog pipettips bevatten en met de monsters in een shuttle reageren:
l
i. Duw alle pipetkanalen langzaam omhoog vanaf de basis (1) totdat ze stoppen.
ii. Verwijder de shuttle uit de transporteur. Zie Stap 6.
iii. Verplaats de XY-robotarm langzaam totdat alle drie pipetkanalen boven de poort
voor vloeibaar afval (2) staan. Verplaats de pipetkanalen niet over de
extractiereagensschalen, shuttles of tipladen.
Als de pipetkanalen nog pipettips bevatten en boven de tiplade of APS staan:
l
i. Duw alle pipetkanalen langzaam omhoog vanaf de basis (1) totdat ze stoppen.
ii. Verplaats de XY -robotarm langzaam totdat alle drie pipetkanalen boven de poort
voor vloeibaar afval (2) staan. Verplaats de pipetkanalen niet over de
extractiereagensschalen, shuttles of tipladen.
Als de pipetkanalen van de XY-robotarm omlaag staan en de pipetkanalen geen tips
l
hebben, duw dan alle pipetkanalen omhoog vanaf de basis (1) totdat ze stoppen.
4. Inspecteer de inventarisrobot. De robot kan boven of onder het dek staan.
Als de monsters nog steeds in de grijper van de inventarisrobot vastzitten, neemt u
l
contact op met uw plaatselijke BD-vertegenwoordiger.
5. Inspecteer de shuttle-klem.
Als de monsters nog door de shuttleklem worden vastgehouden, moet u contact
l
opnemen met uw plaatselijke BD vertegenwoordiger.
WAARSCHUWING
4 - Bediening
57