Beeldmodus (beeldkwaliteit/beeldformaat)
A (auto) M d (opnamemenu) M Beeldmodus
Beeldkwaliteit/-formaat verwijst naar de combinatie van beeldformaat en beeldkwaliteit
(compressie) waarmee afbeeldingen worden opgeslagen. Kies de beeldmodus die het best
geschikt is voor de manier waarop afbeeldingen worden gebruikt en de capaciteit van het interne
geheugen of de geheugenkaart. Afbeeldingen met een hogere instelling voor beeldmodus
kunnen sterker vergroot worden afgedrukt of weergegeven zonder dat het beeld korrelig wordt,
maar vereisen meer geheugenruimte bij het opslaan.
Instelling
h
3648×2736P
3648×2736
i
(standaardinstelling)
R
3264×2448
L
2592×1944
M
2048×1536
N
1024×768
O
640×480
l
3584×2016
Het pictogram voor de geselecteerde instelling wordt weergegeven op de monitor in
de opname- en weergavestand (A 6, 7).
C
Beeldmodus
• Bij gebruik van andere opnamestanden dan A (auto), kan deze instelling worden gewijzigd door op de
knop d te drukken. De instelling wordt tevens toegepast op andere opnamestanden (behalve de
filmstand).
• Deze functie kan niet tegelijkertijd met bepaalde andere functies worden gebruikt. ➝
"Camera-instellingen die niet tegelijkertijd kunnen worden ingeschakeld" (A 55)
Formaat
(pixels)
Hoogste kwaliteit, geschikt voor vergrotingen
3648 × 2736
of afdrukken van hoge kwaliteit. De
compressieverhouding is circa 1:4.
3648 × 2736
Dit is in de meeste omstandigheden de beste
3264 × 2448
keuze. De compressieverhouding is circa 1:8.
2592 × 1944
Door het kleinere formaat kunnen meer
2048 × 1536
opnamen worden opgeslagen. De
compressieverhouding is circa 1:8.
Geschikt voor weergave op een computermonitor.
1024 × 768
De compressieverhouding is circa 1:8.
Geschikt voor schermvullende weergave op
een televisie met een beeldverhouding van
640 × 480
4:3, of voor verspreiding per e-mail. De
compressieverhouding is circa 1:8.
Voor opnamen met een
3584 × 2016
hoogte-breedteverhouding van 16:9. De
compressieverhouding is circa 1:8.
Autostand
Beschrijving
49