Een geheugenkaart plaatsen
Opnamen worden opgeslagen in het interne geheugen van de camera (circa 22 MB) of
op een verwisselbare SD-geheugenkaart (Secure Digital, apart verkrijgbaar) (A 117).
Als een geheugenkaart in de camera is geplaatst, worden opnamen automatisch op de
geheugenkaart opgeslagen en kunnen opnamen op de geheugenkaart worden
weergegeven, gewist of overgezet. Verwijder de geheugenkaart als u opnamen in het
interne geheugen wilt opslaan of opnamen uit het interne geheugen wilt weergeven,
wissen of overzetten.
1
Controleer of het camera-aan-lampje en de
monitor uit zijn en open het deksel van het
batterijvak/de kaartsleuf.
Zet de camera uit voor u het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf opent.
Houd de camera ondersteboven voordat u het deksel van het
batterijvak/de kaartsleuf opent om te voorkomen dat de
batterijen eruit vallen.
2
Plaats de geheugenkaart.
Duw de geheugenkaart correct in de sleuf tot deze op zijn
plaats klikt.
B
Een geheugenkaart plaatsen
Als u de geheugenkaart ondersteboven of achterstevoren
plaatst, kan dit schade aan de camera of de geheugenkaart
veroorzaken. Let erop dat u de geheugenkaart correct plaatst.
3
Sluit het deksel van het batterijvak/de geheugenkaartsleuf.
Een geheugenkaart verwijderen
Schakel de camera uit en controleer of het
camera-aan-lampje en de monitor uitgeschakeld zijn
voordat u het deksel van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf opent.
Druk de kaart naar binnen (1) om deze gedeeltelijk uit te
werpen en verwijder de kaart vervolgens met de hand.
Zorg er daarbij voor dat u de kaart niet onder een hoek
verwijdert (2).
• De camera, batterijen of geheugenkaart kunnen heet
aanvoelen direct na gebruik van de camera. Wees voorzichtig bij het verwijderen van
de batterijen of geheugenkaart.
16
3
1
2
1 2