Foto's maken voor een panorama
De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden van het beeld. Gebruik een
statief voor het beste resultaat.
1
Druk op A in de opnamestand en
gebruik vervolgens de multi-selector
om p Panorama assist (A 32) te
selecteren.
Het pictogram voor de richting van het
panorama (I) verschijnt om de richting aan te
geven waarin de opnamen voor het panorama
worden gemaakt.
2
Gebruik de multi-selector om de richting te
selecteren en druk op k.
Selecteer de richting waarin opnamen worden
samengevoegd tot een panorama: rechts (I), links (J),
omhoog (K) of omlaag (L).
Het gele pictogram voor de richting van het panorama (II)
verschijnt. Deze richting kan vast worden ingesteld door op
k te drukken. De witte vaste richting I wordt weergegeven.
Stel indien nodig in deze stap de flits-stand (A 26), de zelfontspanner (A 28), de
macro-stand (A 47) en belichtingscompensatie (A 29) in.
Druk op k om de richting te veranderen.
3
Kadreer het eerste gedeelte van het
panorama en maak de eerste opname.
De eerste opname wordt op een derde van de
monitor weergegeven.
4
Maak de tweede opname.
Kadreer de volgende opname zodat een derde
van het beeld overlapt met de eerste opname en
druk de ontspanknop in.
Herhaal dit totdat u genoeg opnamen hebt
gemaakt voor een compleet beeld.
Onderwerpafhankelijke opnamestanden (onderwerpsstand)
Panorama assist
8 8
8 8
Einde
Einde
7 7
41