Stap 3 Scherpstellen en opnemen
1
Druk de ontspanknop half in.
Zodra u de ontspanknop half indrukt (A 11), worden de
scherpstelling en belichting (waarde voor sluitertijd en
diafragma) ingesteld op de camera. De scherpstel- en
belichtingsinstellingen blijven geblokkeerd zolang u de
ontspanknop half ingedrukt houdt.
Als een gezicht wordt gedetecteerd:
• De camera stelt scherp op het gezicht met de dubbele
rand. Zodra het onderwerp scherp is gesteld, licht de
dubbele rand groen op.
Als geen gezicht wordt gedetecteerd:
• De camera stelt scherp op het onderwerp in het midden
van het beeld. Zodra het onderwerp scherp is gesteld, licht
het scherpstelveld groen op.
De camera stelt scherp op het midden van het beeld en het scherpstelveld wordt niet
weergegeven wanneer de digitale zoom is ingeschakeld. Zodra de camera heeft
scherpgesteld, licht de scherpstelaanduiding (A 6) groen op.
Wanneer de ontspanknop half is ingedrukt, kunnen het scherpstelveld of de
scherpstelaanduiding rood knipperen. Dit betekent dat de camera niet kan scherpstellen. Pas
de compositie aan en druk de ontspanknop opnieuw half in.
2
Druk de ontspanknop helemaal in.
De sluiter wordt losgelaten en de opname wordt opgeslagen
op de geheugenkaart of in het interne geheugen.
22
1 / 1 2 5
1 / 1 2 5
F 2 . 7
F 2 . 7
Sluitertijd Diafragma
1 / 1 2 5
1 / 1 2 5
F 2 . 7
F 2 . 7
Sluitertijd
Diafragma