Eenvoudige autostand
Automatische onderwerpselectie
De camera selecteert automatisch een van de volgende onderwerpsstanden als u de
camera op een onderwerp richt.
• U Autostand (algemeen gebruik)
• e Portret (A 33)
• f Landschap (A 33)
• h Nachtportret (A 34)
• g Nachtlandschap (A 36)
• i Close-up (A 37)
• j Tegenlicht (A 39)
Opmerkingen over Gezichtsherkenning
• Afhankelijk van de opnameomstandigheden, zoals of het onderwerp al dan niet in
de richting van de camera kijkt, worden gezichten mogelijk niet gedetecteerd.
In de volgende situaties kan de camera mogelijk geen gezichten herkennen:
- Als een gezicht deels verscholen is achter een zonnebril of andere voorwerpen
- Als een gezicht te veel of te weinig ruimte beslaat in het beeld
• Als zich meerdere mensen in het beeld bevinden, is het gezicht waarop de camera
scherpstelt afhankelijk van een reeks opnameomstandigheden, zoals of het
onderwerp al dan niet in de richting van de camera kijkt.
• In uitzonderlijke gevallen, onder andere zoals aangegeven in "Prestaties van
autofocus" (A 23), werkt de automatische scherpstelling mogelijk niet als verwacht
en is het onderwerp niet scherp ondanks het feit dat de dubbele rand groen oplicht.
Als de camera niet kan scherpstellen, gebruikt u een andere stand, zoals A (auto),
stelt u opnieuw scherp op een ander onderwerp op dezelfde afstand van de camera
als het onderwerp dat u wilde fotograferen en gebruikt u de scherpstelvergrendeling
(A 46).
31