B
Tijdens het opslaan
Terwijl opnamen worden opgeslagen, knippert de indicatie voor het aantal nog resterende opnamen.
Open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf niet.
Als de geheugenkaart of batterijen worden verwijderd tijdens het opslaan, kan dit leiden tot
gegevensverlies of beschadiging van opgeslagen gegevens, camera of geheugenkaart.
B
Prestaties van autofocus
Automatische scherpstelling levert in de volgende situaties mogelijk niet het gewenste resultaat op. Het kan
soms voorkomen dat niet wordt scherpgesteld op het onderwerp ondanks het feit dat het scherpstelveld of
de scherpstelaanduiding groen oplichten:
• Het onderwerp is zeer donker
• Er zijn voorwerpen met een sterk verschillende helderheid in beeld (bijvoorbeeld wanneer de zon achter
het onderwerp staat en belangrijke details in de schaduw liggen)
• Er is geen contrast tussen het onderwerp en de omgeving (bijvoorbeeld wanneer de persoon op de foto
een wit overhemd draagt en voor een witte muur staat)
• Meerdere voorwerpen bevinden zich op verschillende afstanden van de camera (bijvoorbeeld wanneer
het onderwerp in een kooi zit).
• Onderwerpen met herhalende patronen (jaloezieën, gebouwen met meerdere rijen ramen van
vergelijkbare vorm, enz.)
• Het onderwerp beweegt snel
Druk in dergelijke situaties de ontspanknop nogmaals half in om opnieuw scherp te stellen. Herhaal dit zo
nodig een aantal keren. Als het onderwerp nog steeds niet scherp is gesteld, selecteert u de automatische
stand en gebruikt u scherpstelvergrendeling (A 46) om de foto te maken door eerst scherp te stellen op
een voorwerp dat zich op dezelfde afstand van de camera bevindt als het gewenste onderwerp.
B
Opmerking over Gezichtsherkenning
Zie "Opmerkingen over Gezichtsherkenning" (A 31) voor meer informatie.
C
AF-hulpverlichting en flitser
Als het onderwerp schaars verlicht is, kan de AF-hulpverlichting (A 103) gaan branden wanneer u de
ontspanknop half indrukt en gaat mogelijk de flitser (A 26) af wanneer u de ontspanknop helemaal
indrukt.
Stap 3 Scherpstellen en opnemen
23