VERKLARENDE WOORDENLIJST
ASC RATE
ASC TIME
Bergmeerduik
Central Nervous System Toxicity
CNS
CNS%
Compartiment
DAN
DCI
Decompressie
Decompressiebereik
Decompressieondergrens
Decompressieplafond
Decompressieziekte
Decompressiezone
ΔP
Duikserie
Duiktijd
EAD
EAN
Enriched Air Nitrox
Equivalent Air Depth
Halfwaardetijd
Herhalingsduik
HP
Afkorting die op de duikcomputer wordt gebruikt voor opstijgsnelheid.
Afkorting die op de duikcomputer wordt gebruikt voor opstijgtijd.
Een duik op een hoogte groter dan 300 meter boven zeeniveau.
Vergiftiging die wordt veroorzaakt door zuurstof. Kan diverse neurologische
symptomen veroorzaken. De belangrijkste is een epileptische aanval waardoor
de duiker kan verdrinken.
Afkorting voor Central Nervous System Toxicity.
Limietpercentage voor CNS. Zie ook Zuurstoflimietpercentage
Zie Weefselgroep.
Afkorting voor Divers Alert Network.
Afkorting die op de duikcomputer wordt gebruikt voor decompressieziekte
(decompression illness).
Duur
van
een
decompressiestop
decompressiebereik om opgenomen stikstof op natuurlijke wijze de weefsels
te laten verlaten.
Tijdens een duik met decompressiestops is dit het dieptebereik tussen de
decompressieondergrens en het decompressieplafond waarin een duiker enige
tijd moet wachten bij het opstijgen.
De grootste diepte waarop decompressie plaatsvindt tijdens een duik met
decompressiestop.
Tijdens een duik met decompressiestops is dit de geringste diepte tot welke
een duiker mag opstijgen op basis van de berekende stikstofbelasting.
Een van de verschillende ziekten die direct of indirect worden veroorzaakt door
de vorming van stikstofbellen in de weefsels en lichaamsvloeistoffen als gevolg
van inadequate decompressie. Wordt ook caissonziekte genoemd.
Tijdens een duik met decompressiestops is dit de zone tussen het
decompressieplafond en het decompressieplafond plus 1,8 meter. Deze diepte
wordt aangegeven door twee pijlen die naar elkaar wijzen (het
'zandlopersymbool').
Delta P, hiermee wordt de verlaging van de flesdruk tijdens de duik beschreven.
Deze waarde is het verschil tussen de flesdruk aan het begin en het einde van
een duik.
Een groep herhalingsduiken waarvoor de duikcomputer stikstofopname
aangeeft. Wanneer de stikstofopname is teruggebracht tot nul, wordt de
duikcomputer gedeactiveerd.
De verstreken tijd tussen het afdalen vanaf de oppervlakte tot het terugkeren
naar de oppervlakte aan het einde van een duik.
Afkorting voor Equivalent Air Depth ofwel equivalente luchtdiepte.
Afkorting voor Enriched Air Nitrox.
Wordt ook nitrox of verrijkte lucht genoemd en komt overeen met EANx op de
duikcomputer.
Betreft
Standaardmengsels zijn EAN32 (NOAA Nitrox I = NN I) en EAN36 (NOAA
Nitrox II = NN II).
Tabel met equivalente waarden voor de partiële stikstofdruk.
Dit is na een wijziging in de omgevingsdruk de tijd die vereist is om de partiële
stikstofdruk in een theoretisch compartiment vanaf de helft van de voorgaande
waarde te laten dalen tot een verzadigingsniveau bij de nieuwe omgevingsdruk.
Elke duik waarbij de decompressietijdslimieten worden beïnvloed door
reststikstof dat is opgenomen bij vorige duiken.
Afkorting voor hoge (fles)druk = High Pressure).
of
doorgebrachte
lucht
waaraan
zuurstof
tijd
in
het
is
toegevoegd.
59