Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kompasinstellingen - Suunto COBRA3 Gebruikersgids

Verberg thumbnails Zie ook voor COBRA3:
Inhoudsopgave

Advertenties

Tabel 4.1. Symbolen voor vergrendelde koersen
Symbool

4.3.3. Kompasinstellingen

U kunt de kompasinstellingen vastleggen ( kalibratie, declinatie en time-out) in de modus
COMPASS:
Kalibratie
Vanwege de wijzigingen in het omringende magnetische veld, moet het elektronische
kompas van de Suunto Cobra3 zo nu en dan opnieuw worden gekalibreerd. Tijdens het
kalibratieproces, wordt het kompas aangepast aan het omringende magnetische veld en
kantelingen. Als basisregel moet u het kompas kalibreren wanneer het niet goed lijkt te
werken of nadat u de batterij van de duikcomputer hebt vervangen.
Eerst wordt het kompas waterpas gekalibreerd en na een succesvolle waterpaskalibratie
wordt een kantelkalibratie uitgevoerd. De kantelkalibratie compenseert kantelingen van
het kompas in elke richting in een hoek van tot 45°.
Krachtige elektromagnetische velden, die bijvoorbeeld worden veroorzaakt door
hoogspanningskabels, luidsprekers en magneten, kunnen de kalibratie van het kompas
beïnvloeden. Het is daarom raadzaam het kompas te kalibreren als uw Suunto Cobra3
aan dergelijke velden is blootgesteld.
OPMERKING
OPMERKING
Het kompas kalibreren:
14
Uitleg
U gaat in de richting van de vergrendelde koers
U bevindt zich op 90 (of 270) graden van de vergrendelde koers
U bevindt zich op 180 graden van de vergrendelde koers
U bevindt zich op 120 (of 240) graden van de vergrendelde koers
Wanneer u verre reizen maakt, wordt het aangeraden dat u het
kompas op de nieuwe locatie opnieuw kalibreert voordat u het
gebruikt.
Zorg dat u de Suunto Cobra3 tijdens de waterpaskalibratie vlak houdt.
Een afwijking van ± 5° in elke richting ten opzichte van het horizontale
vlak is toegestaan tijdens waterpaskalibratie.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave