de vereiste tijd om op te stijgen tot het decompressieplafond bij een opstijgsnelheid
•
van 10 meter per minuut (het decompressieplafond is de geringste diepte tot welke u
moet opstijgen)
de vereiste wachttijd bij het decompressieplafond
•
•
de vereiste tijd voor de verplichte veiligheidsstop (indien van toepassing)
de tijd die nodig is voor het bereiken van de oppervlakte na de vereiste
•
decompressieduiken
OPMERKING
WAARSCHUWING DE WERKELIJKE OPSTIJGTIJD KAN LANGER ZIJN DAN DE TIJD
Decompressieplafond, -zone, -ondergrens en -bereik
Wanneer u een decompressieduik maakt, is het van groot belang dat u bekend bent met
de begrippen decompressieplafond, decompressieondergrens en decompressiebereik.
Het decompressieplafond is de geringste diepte tot welke u tijdens de decompressie
•
mag opstijgen. Alle decompressiestops moet op of onder deze diepte worden gemaakt.
De decompressiezone is het optimale gebied voor een decompressiestop. Dit is het
•
gebied tussen het decompressieplafond en 1,2 meter daaronder.
De decompressieondergrens is de grootste diepte waarop decompressie kan
•
plaatsvinden. De decompressie begint wanneer u deze diepte tijdens het opstijgen
passeert.
Het decompressiebereik is het gebied tussen het decompressieplafond en de
•
decompressieondergrens. Binnen dit bereik vindt de decompressie plaats. Houd er
rekening mee dat de decompressie aan of nabij de decompressieondergrens zeer
traag verloopt.
De diepte van het decompressieplafond en decompressieondergrens zijn afhankelijk van
uw duikprofiel. Op het moment dat uw duik in een decompressieduik overgaat, zal het
decompressieplafond zal tamelijk hoog liggen. Als u langere tijd op diepte blijft, komt het
plafond echter steeds dieper te liggen en neemt de opstijgtijd toe. Op dezelfde wijze komen
de decompressieondergrens en het decompressieplafond tijdens de decompressie steeds
hoger te liggen.
Onder zware omstandigheden kan het moeilijk zijn om op een constante diepte nabij de
oppervlakte te blijven. Blijf in zo'n situatie iets onder het decompressieplafond om te
voorkomen dat u door de golven over het decompressieplafond wordt getild. Suunto
adviseert om decompressiestops altijd op een diepte onder de 4 meter te maken, zelfs
als het aangegeven decompressieplafond hoger ligt.
Daarnaast kunnen er nog verplichte veiligheidsstops zijn die niet
worden weergegeven in ASC TIME.
DIE DOOR HET APPARAAT WORDT WEERGEGEVEN! De vereiste
opstijgtijd neemt toe als u:
•
langer op diepte blijft
•
langzamer dan 10 meter per minuut stijgt
•
een decompressiestop onder het decompressieplafond maakt
Houd er rekening mee dat deze factoren ook van invloed zijn op de
hoeveelheid lucht die u nodig hebt om de oppervlakte te bereiken.
31