6. Als er een zwembad (M) of een weg (N) is aan het einde van een helling (O), leg de perimeterdraad
(P) dan minstens X6 = 150 cm.
LET OP:
Als de helling groter is dan 45%, moet het hellende gebied worden uitgesloten
van het maaigebied (Zie Par. 4.3).
WAARSCHUWING:
Het operationele gebied moet worden begrensd door een niet-overschrijdbare
afrastering. Maak de afrastering geschikt of houd toezicht op de robotmaaier
tijdens het gebruik.
4.4.2. AFBAKENING OBSTAKELS
Procedure:
1. Als de minimale doorgang tussen twee verschillende secties van de perimeterdraad X ≥ 70 cm is,
kan het obstakel afgebakend worden zoals weergegeven in de afbeelding (Q), waarbij de secties
van de naar buiten gerichte en retourkabels elkaar overlappen zonder ze te kruisen (R).
2. Om het obstakel af te bakenen (S):
• Plaats de perimeterdraad tot aan het obstakel en ga eromheen;
• Breng de kabel terug langs het vorige pad en overlap hem onder dezelfde spijker, zonder
kruisingen (R) te maken.
Q
NL
O
P
M
X
O
R
S
4. INSTALLATIE
P
N
21