F
Appendix
Betrouwbaarheidsgegevens
In afbeelding F-1 staat de relatieve kans op een fout van een logische
schijfeenheid weergegeven voor verschillende RAID-instellingen en
verschillende logische-schijfgroottes, ervan uitgaande dat er geen online
reserveschijven aanwezig zijn. Bij RAID 0 valt de logische schijfeenheid uit
als er slechts één fysieke schijfeenheid defect raakt; bij RAID 5 moeten twee
fysieke schijfeenheden defect raken en bij RAID ADG moeten drie vaste
schijven uitvallen.
De situatie is ingewikkelder voor RAID 0+1. Het maximum aantal vaste
schijven dat defect mag maken zonder dat de logische schijfeenheid uitvalt is
n/2. Dit gebeurt alleen als geen van de defecte schijven zijn gespiegeld naar
elkaar. In de praktijk treedt uitval van logische schijfeenheden gewoonlijk op
voordat dit maximumaantal is bereikt, omdat de kans dat een zojuist defect
geraakte schijf niet is gespiegeld op een eerder defect geraakte schijf steeds
kleiner wordt naarmate het aantal defecte schijven toeneemt. Let ook op dat
een logische schijfeenheid met RAID 0+1 kan uitvallen als slechts twee vaste
schijven defect raken, als deze op elkaar gespiegeld zijn; de kans dat dit
gebeurt, neemt af naarmate het aantal gespiegelde paren in de array toeneemt.
Er kan een online reserveschijf worden toegevoegd aan elk van de
fouttolerante RAID-niveaus om de kans op het uitvallen van logische
schijfeenheden verder te verkleinen tot ongeveer een duizendste van het
eerdere niveau.
Voor RAID 5 wordt u aangeraden niet meer dan 14 fysieke schijven per
logische schijfeenheid te gebruiken. De kans op uitval van logische
schijfeenheden is echter veel kleiner bij RAID ADG, en Compaq ondersteunt
het gebruik van maximaal 56 fysieke schijven per logische schijfeenheid
wanneer deze fouttolerantiemethode wordt toegepast.