E-18 Compaq Smart Array 5300 Controller - Gebruikershandleiding
Schijven en arrays verplaatsen
8. Selecteer in het menu Disk Options van INSTALL.NLM de opties
Modify Disk Partitions en Hot Fix.
Als de defecte logische schijfeenheid met succes opnieuw is
geactiveerd, verzendt het stuurprogramma een waarschuwing naar de
console.
9. In het menu Available Disk Drives van INSTALL.NLM selecteert u de
logische schijfeenheid die defect is geraakt en die nu is hersteld. De
gegevens over de eenheid heeft u genoteerd in stap 1. Bijvoorbeeld:
NWPA:
[V503-A2-D1:0] Compaq SMART-2 Slot 8 Disk 2 NFT
10. Selecteer de menuoptie Delete Partition. Mogelijk geeft INSTALL nu
verschillende foutberichten weer. Aangezien u deze partitie gaat
verwijderen, hoeft u geen informatie in de volumedefinitietabel bij te
werken. Ga door tot de partitie is verwijderd.
11. Als INSTALL aangeeft dat de partitie niet kan worden verwijderd omdat
deze is vergrendeld door een ander proces, laadt u MONITOR en gaat u
via de optie System Resources na welke NLM de eenheid heeft
vergrendeld. Mogelijk is dit MONITOR.NLM. In dat geval moet u
MONITOR en alle andere NLM's waardoor de partitie is vergrendeld, uit
het geheugen verwijderen. Als u de partitie en de volume-informatie
heeft aangemaakt, kunt u deze NLM's opnieuw laden.
12. Maak de partitie aan op dezelfde logische schijfeenheid.
13. Maak het volume aan en koppel het.
14. Zoek de meest recente backup en herstel de gegevens op dit
servervolume.
VOORZICHTIG: Maak een backup van alle gegevens voordat u schijfeenheden
verplaatst of configuraties wijzigt. Als u dit niet doet, kunt u gegevens verloren
gaan.
Schijfeenheden kunnen naar andere ID-posities op dezelfde arraycontroller
worden verplaatst. U kunt ook een complete array van de ene controller naar
een andere verplaatsen, zelfs als de controllers zich in verschillende servers
bevinden. Arrays op verschillende controllers kunnen ook worden
gecombineerd tot één grotere array op één controller.