Tref de volgende voorzorgsmaatregelen wanneer u defecte schijven
verwijdert, om de kans op onherstelbare systeemfouten te beperken:
I
Verwijder een defecte schijfeenheid alleen als alle andere leden van de
array online zijn (het online-lampje moet branden). In dit geval kan geen
andere schijfeenheid in de array met hot-plugging worden vervangen
zonder dat er gegevensverlies optreedt.
Uitzonderingen:
!
Wanneer RAID 0+1 wordt gebruikt, worden schijven in paren
gespiegeld. Er kunnen verscheidene schijven tegelijkertijd zijn
uitgevallen (en deze kunnen alle tegelijkertijd worden vervangen)
zonder gegevensverlies, zolang niet twee uitgevallen schijven tot
hetzelfde gespiegelde paar behoren.
!
Wanneer RAID ADG wordt gebruikt, kunnen twee schijven
tegelijkertijd uitvallen (en tegelijkertijd worden vervangen) zonder
verlies van gegevens.
!
Als het online-lampje van een online reserveschijf niet brandt (de
schijf is offline), kunt u toch de defecte schijfeenheid vervangen.
I
Verwijder een tweede schijf niet uit een array voordat de eerste defecte
of ontbrekende schijf is vervangen en het opbouwproces is voltooid.
(Wanneer het opnieuw opbouwen is voltooid, stopt het knipperen van
het online-lampje aan de voorkant van de schijf.)
Uitzonderingen:
!
Als een tweede schijf uitvalt terwijl een online reserveschijf opnieuw
wordt opgebouwd, kan de tweede defecte schijf nog worden
vervangen. Het online-lampje van de reserveschijf knippert om aan
te geven dat een reserveschijf opnieuw wordt opgebouwd op basis
van gegevens op de andere schijfeenheden.
!
Bij RAID ADG-configuraties kunnen twee willekeurige
schijfeenheden in de array tegelijkertijd worden vervangen.
!
Bij RAID 0+1-configuraties kunnen alle schijven die niet zijn
gespiegeld op andere verwijderde of defecte schijven tegelijkertijd
offline worden vervangen zonder gegevensverlies.
Vaste schijven installeren en vervangen E-9