Het reservewiel weer in de bak
opbergen nadat het beschadigde
wiel is vervangen
1. Sluit de softtop en klap de afschei‐
ding bagageruimte in.
2. Verwijder de vloerafdekplaat,
draai de vleugelmoer en de kegel
eraf.
3. Berg het gereedschap op in de
gereedschapskist en de zak.
4. Leg het reservewiel met de
buitenkant omhoog in de bak.
5. Steek en draai de excentrische
kegel zodanig in de uitsparing van
het reservewiel dat het wiel zo
veel mogelijk naar voren ligt. Zet
het wiel vast door de vleugelmoer
rechtsom erop te draaien.
6. Plaats de vloerafdekplaat en sluit
deze.
9 Waarschuwing
Bij niet goed vastzetten van een
krik, een wiel of andere apparatuur
in de bagageruimte is er kans op
letsel. Bij een noodstop of een
botsing kunnen losse voorwerpen
letsel of schade aan de lading of
de auto veroorzaken.
Berg krik en gereedschap altijd
goed vastgezet in de betreffende
opbergvakken op.
Een beschadigd wiel dat in de
bagageruimte wordt geplaatst,
moet altijd met de band worden
vastgezet.
Verzorging van de auto
Compact reservewiel
Voorzichtig
Is het gemonteerde reservewiel
kleiner dan de andere wielen of
wordt het gebruikt in combinatie
met winterbanden, dan kunnen de
rijeigenschappen negatief worden
beïnvloed. Defecte band zo spoe‐
dig mogelijk laten vervangen.
Slechts één compact reservewiel
monteren. Niet sneller rijden dan
80 km/u. In bochten langzaam rijden.
Niet langdurig gebruiken.
Als uw auto achteraan een lekke
band krijgt wanneer u een ander voer‐
tuig trekt, moet u het compacte reser‐
vewiel vooraan plaatsen en een
volwaardig wiel achteraan.
Sneeuwkettingen 3 222.
231