178
Rijden en bediening
De bovenste regel van het display
kan met een druk op de multifunctio‐
nele knop worden gewist.
Display-instellingen
Navi 650/Navi 950: stel de helderheid
in door eerst op de buitenste ring van
de multifunctionele knop te drukken
en er dan aan te draaien.
CD 600: De helderheid kan worden
ingesteld door de multifunctionele
knop eerst in te drukken en dan te
draaien.
Uitschakelen
De camera wordt gedeactiveerd
wanneer een bepaalde snelheid voor‐
uit wordt overschreden of als de
achteruitversnelling gedurende ong.
10 seconden niet is ingeschakeld.
U kunt de achteruitkijkcamera in- of
uitschakelen in het menu Instellingen
op het Info-display. Persoonlijke
instellingen 3 105.
Storing
Storingsmeldingen worden weerge‐
geven met een 9 op de bovenste
regel van het Info-Display.
De achteruitkijkcamera werkt moge‐
lijkerwijs niet goed:
● In een donkere omgeving.
● De zon of de straal van koplam‐
pen rechtstreeks op de lens van
de camera valt.
● Als de cameralens door ijs,
sneeuw, modder of iets anders is
vervuild. Reinig de lens, spoel
deze met water en veeg deze
met een zachte doek af.
● Wanneer de auto een aanrijding
aan de achterzijde heeft gehad.
● Bij extreme temperatuurwisselin‐
gen.
Verkeersbordherkenning
Werking
Het verkeersbordherkenningssys‐
teem herkent bepaalde borden via
een frontcamera en toont deze op het
Driver Information Centre.
Verkeersborden die worden herkend
zijn: