128
Klimaatregeling
Klimaatregeling
Onderhoud ................................. 137
aanzetten ............................... 137
Service .................................... 137
Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur
● luchtverdeling
● luchtdebiet
● ontwasemen en ontdooien
Achterruitverwarming Ü 3 35.
Temperatuur
rood
: warm
blauw : koud
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem-
peratuur heeft bereikt.
Luchtverdeling
s : naar de voorruit en de voorste
zijruiten
M : naar hoofdhoogte via de verstel-
bare luchtroosters
K : naar de voetenruimte en voorruit
Alle combinaties zijn mogelijk.
Luchtdebiet
Ventilatorsnelheid instellen door de
ventilatorknop in de gewenste stand
te zetten.