122
Verlichting
Een speciale topografische evaluatie‐
functie detecteert voorliggers op
heuvels en hellingen door herkenning
van de bewegende achterlichten. Het
systeem past de hoogte van de licht‐
bundel aan voor optimale verlichting
van de weg, zonder te verblinden.
Inschakelen
Intelligent verlichtingssysteem en
automatische grootlichtactivering
worden tegelijk ingeschakeld door
tweemaal op de keuzehendel te druk‐
ken. Ze kunnen ingeschakeld worden
met het contact aan.
Automatische grootlichtactivering
werkt bij een snelheid boven
40 km/u en wordt uitgeschakeld
onder 20 km/u. Het intelligente
verlichtingssysteem werkt boven
55 km/u.
De groene controlelamp l brandt
continu wanneer de functie geacti‐
veerd is; de blauwe lamp 7 brandt
wanneer het grootlicht automatisch
wordt ingeschakeld.
Uitschakelen
Druk eenmaal op de keuzehendel. De
functie wordt ook gedeactiveerd,
wanneer u de mistlampen voor
inschakelt.
Dynamische automatische
koplampverstelling
Om te voorkomen dat tegenliggers
worden verblind, worden de koplam‐
pen automatisch versteld op basis
van de hellingshoek, gemeten door
de voor- en achteras, de versnelling
of vertraging en de rijsnelheid.