6.10.4 Positionering controleren
6.11 Machinespecifieke parameter instellen.
6.11.1 Algemeen
6.11.2 Autoselect
Autoselect-
weerstand
1000 R (1000 Ohm)
28
Positie 1
–
Hoofdschakelaar in stand '1' zetten
–
Pedaal kortstondig naar voren bedienen en weer loslaten. De naald
gaat naar positie 1.
–
Positie van de naald controleren
Positie 2
–
Pedaal eerst naar voren en vervolgens naar achter trappen en
ingetrapt houden totdat de machine tot stilstand is gekomen. De
naald gaat nu naar positie 2.
–
Positie van de naald controleren
Wanneer een of meerdere naaldposities niet met de gewenste posities
zoals vermeld in paragraaf 6.10.1 overeenkomen, de instelling
corrigeren zoals beschreven in paragraaf 6.10.2 resp. 6.10.3.
De functies van de regeling van de naaimachinemotor worden bepaald
door de software en de instellingen voor de diverse parameters.
Bij levering van de naaimachinemotor zijn de parameterwaarden door
Efka ingesteld (preset-waarden). Voor elk model en type moeten
enkele parameters via het monteursmenu alsmede het uitrustingsmenu
worden gewijzigd om de regeling optimaal aan te passen aan de
betreffende machine. De betreffende parameters staan vermeld in
onderstaande tabel alsmede in het parameterblad (meegeleverd).
De regelunit 'herkent' zelf middels meting aan de waarde van de
autoselect-weerstand, die zich in de machine bevindt, welke
machineserie aangesloten is. Door deze autoselect-functie worden de
regelfuncties en preset-waarden ingesteld. Wanneer de regelunit geen
of een ongeldige autoselect-weerstand detecteert, gaat de aandrijving
in zogenaamde noodloopfunctie draaien, om beschadiging van de
machine te voorkomen.
Zie ook de gebruikshandleiding bij de 'EFKA DA82GA' resp. 'EFKA
6F82FA'.
Modellen
367
Regelunit
Parameterblad
naaimachinemotor
DA82GA
9800 130014 PB52
6F82FA
9800 321009 PB52