3.1.3 Gesloten regelkring
De regelaar voor de gesloten regelkring (een regelsysteem met
een terugkoppelsignaal van een meetopnemer) is geprogram-
meerd voor bedrijf met centrifugaalpompen, en houdt rekening
met de invloed van deze pompen op het hydraulische systeem.
Afb. 8
PMU 2000
PFU 2000
P
De enige regelparameter die moet worden ingesteld om de rege-
laar aan de systeemcondities aan te passen is "systeemtijd"
(display 204), in plaats van PID-parameters zoals bij conventio-
nele regelaars voor de gesloten regelkring.
•
Bedrijf met PFU 2000 RAM-/PMU 2000-instellingen:
Als de instellingen van het start/stop-menu (displays 300 en
301) en de potentiometer van de PFU 2000 binnen het bereik
van 0% tot 100% zijn ingesteld, is de regelaar voor de geslo-
ten regelkring in werking.
•
Bedrijf met PFU 2000 EPROM-instellingen:
Indien de potentiometer van de PFU 2000 binnen het bereik
van 0% tot 100% is ingesteld, is de regelaar voor de gesloten
regelkring in werking.
Afb. 9
Potentiometer van de PFU 2000
Setpoint
0%
100%
STOP
MAX
Zie voor meer informatie paragraaf
3.2.5 Beïnvloeding van de gewenste waarde.
3.1.4 Cascaderegeling
Bij cascaderegeling wordt de capaciteit van het systeem automa-
tisch aangepast aan de behoefte door in- of uitschakeling van het
vereiste aantal pompen.
Het systeem wordt zodanig aangestuurd dat er zo weinig mogelijk
pompen tegelijk in bedrijf zijn.
De frequentie van in- en uitschakeling wordt beperkt door de in-
stelling van minimum en gemiddelde schakeltijden.
Zie voor meer informatie de paragrafen
3.2.9 Minimale schakeltijd,
3.2.10 Gemiddelde schakeltijd en
3.2.17 Minimum waarde voor pomptoerental.
GRUNDFOS BUS
P
3.1.5 Handmatig aan/uit en instellen op max. of
lokaal
Bedrijf met PFU 2000 RAM-/PMU 2000-instellingen:
Afb. 10
In het start/stop-menu geeft de "On/Off"-toets van de PMU 2000
snel toegang tot:
•
handmatig in-/uitschakelen van een zone en instelling op max.
of lokaal,
•
handmatig in-/uitschakelen van afzonderlijke pompen.
In dit menu verschijnen de zone en de pompen die aan deze zone
zijn toegewezen één voor één wanneer de pijltoetsen worden in-
gedrukt.
De bedrijfsconditie van de betreffende zone of de pomp wordt op
de bovenste regel weergegeven. Op de onderste regel kan een
nieuwe status worden geselecteerd.
Zones starten/stoppen (display 300):
•
"aan"
Alle pompen in de zone zijn gereed voor bedrijf.
•
"uit"
Alle pompen in de zone zijn uitgeschakeld.
•
"max."
Alle pompen in de zone werken op maximum capaciteit.
•
"lokaal"
De regelaar is op lokale regelmodus ingesteld en werkt vol-
gens de lokale instellingen voor de regelparameters.
Zie paragraaf 6.2.1 PFU 2000 Instellingen voor DIP-schake-
laars.
Indien de potentiometer van de PFU 2000 op MAX is ingesteld,
zijn de beïnvloedingen van de gewenste waarde, "tijdprogramma"
en "externe ingang" niet actief.
Pompen starten/stoppen (display 301):
•
"aan"
De pomp is gereed voor bedrijf.
•
"uit"
De pomp is uitgeschakeld.
Bedrijf met PFU 2000 EPROM-instellingen:
De regelaar werkt volgens de lokale instellingen van de regelpa-
rameters.
Zie voor meer informatie paragraaf
6.2.1 PFU 2000 Instellingen voor DIP-schakelaars.
On
Off
9