Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatie; Opstellingsruimte; Waterzijdig Aansluiten; Elektrische Aansluiting - Grundfos Hydro 2000 ME Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

4. Installatie

De installatie en bediening dienen volgens de in Ne-
derland/België geldende regels en voorschriften en
door ter zake kundig personeel plaats te vinden.

4.1 Opstellingsruimte

De drukverhogingsinstallatie Hydro 2000 moet in een goed ge-
ventileerde ruimte worden geïnstalleerd. De Hydro 2000 is niet
geschikt voor buitenopstelling of installatie.
De drukverhogingsinstallatie moet zodanig worden geïnstalleerd
dat zich aan de voorkant en aan weerszijden een vrije ruimte be-
vindt van minimaal 1 m.
Gebruik een vorkheftruck om de drukverhogingsinstallatie te ver-
plaatsen. Op de drukverhogingsinstallatie is aangegeven waar
deze kan worden opgetild.

4.2 Waterzijdig aansluiten

De richting waarin het water door de pomp stroomt, is met pijlen
op het voetstuk van de pomp aangegeven.
De leidingen die op de drukverhogingsinstallatie worden aange-
sloten, dienen van voldoende doorlaat te zijn. Om resonantie te
voorkomen moeten leidingcompensatoren worden aangebracht in
de pers- en zuigleidingen; zie afb. 26.
De leidingen worden aangesloten op de verzamelleidingen van
de drukverhogingsinstallatie. Beide uiteinden kunnen worden ge-
bruikt. Bij verzamelleidingen met flens wordt een blindflens met
pakking gebruikt.
De drukverhogingsinstallatie moet voor het opstarten worden
vastgezet.
Indien een drukverhogingsinstallatie in een flatgebouw wordt
geïnstalleerd of indien de eerste afnemer dichtbij de drukverho-
gingsinstallatie is aangesloten, is het aan te bevelen leidinghan-
gers op de zuig- en afvoerleidingen aan te brengen om te voor-
komen dat trillingen via de leidingen worden doorgegeven; zie
afb. 26.
De drukverhogingsinstallatie moet op een vlakke en stevige on-
dergrond worden geplaatst, bijv. een betonnen vloer of fundering.
Indien de drukverhogingsinstallatie niet wordt voorzien van tril-
lingsdempers, moet deze op de vloer of fundering worden vastge-
zet.
De leidingen moeten zodanig in het gebouw worden bevestigd
dat deze niet kunnen bewegen of buigen.
Afb. 26
1
2
1. Leidingcompensator.
2. Leidingbeugel.
De leidingcompensatoren en leidingbeugels die in afb. 26 zijn
weergegeven, worden niet bij de standaard drukverhogingsinstal-
latie geleverd, de trillingdempers wel.

4.3 Elektrische aansluiting

De aansluiting van de voedingsspanning, meetopnemers en ex-
terne bewakingsapparatuur dient door een erkend installateur te
worden uitgevoerd, volgens de in Nederland/België geldende re-
gels en voorschriften, volgens de bij de installatie horende bedra-
dingsschema's.
Controleer of de Control 2000 en de pompen zijn aangepast aan
de te gebruiken voedingsspanning. Lees vooral de "Belangrijke
opmerkingen" op het bedradingsschema.
Indien de motoren niet zichtbaar zijn vanaf de locatie van de be-
sturingskast, moeten ze worden voorzien van een scheidings-
schakelaar.
NB: Voor eenfasige MGE-motoren moet de doorsnede van de
nul-leiding van de voeding worden gedimensioneerd op de nomi-
nale stroomsterkte voor de Control 2000.
Zie voor meer informatie paragraaf
11.4 Elektrische specificaties.

5. In bedrijf nemen

5.1 Hydro 2000 zonder PMU 2000

Om een drukverhogingsinstallatie Hydro 2000 zonder PMU 2000
op te starten, dient de onderstaande procedure gevolgd:
1. Controleer of het juiste type drukverhogingsinstallatie is gele-
2. Sluit de installatie waterzijdig en elektrisch aan.
3. Sluit de persafsluiters van de pompen en ontlucht de pomp via
4. Stel de potentiometer van de PFU 2000 in op "MAX"
Afb. 27
2
1
2
5. De Hydro 2000 is nu ontlucht en is klaar om in bedrijf te wor-
6. Stel de potentiometer op 50% in. De drukverhogingsinstallatie
7. Stel de potentiometer langzaam bij totdat de manometer de
8. Controleer of de pompen worden in- en uitgeschakeld.
De Hydro 2000 is nu gereed voor inbedrijfsname.
verd en of er onderdelen zijn beschadigd.
Controleer of de draaddoorsnede overeenkomt met de specifi-
caties op het bedradingsschema.
Schakel van alle pompen de automatische stroomonderbre-
kers uit.
de ontluchtingsnippel aan de bovenzijde van de pompen.
De druk in het membraanvat dient 0,7 maal de vereiste werk-
druk te zijn (gewenste waarde).
(rechtsom). Schakel de automatische stroomonderbreker van
pomp 1 in.
Schakel de automatische stroomonderbreker voor de stuur-
stroom in.
Na ongeveer 15 sec. wordt motor 1 gestart.
Draai de persafsluiter van de pomp langzaam open.
Herhaal deze procedure voor alle pompen.
Potentiometer in de PFU 2000
Setpoint
0%
100%
STOP
MAX
den genomen. Controleer of de DIP-schakelaars van de
PFU 2000 correct zijn ingesteld.
wordt ingeschakeld. Zorg voor een afname van ongeveer 50%
van de capaciteit van één pomp en wacht totdat de druk zich
stabiliseert.
vereiste werkdruk aangeeft.
NB: Wanneer het werkpunt wordt gewijzigd, moet de vuldruk
van het membraanvat overeenkomstig worden gewijzigd.
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Hydro 2000 mehHydro 2000 mes

Inhoudsopgave