10.4 Controle van de voornaamste veiligheidscomponenten
Sommige componenten zijn door hun bijdrage aan de veiligheid als fundamenteel te
beschouwen en vereisen daarom periodieke controles.
10.4.1 Statische controle van het noodcircuit
Regelmatig, om de 15 dagen, moet de elektrische onderhoudstechnicus de werking van de
noodknoppen van de machine testen.
Statische controle:
•
Druk op de noodknop.
•
Schakel de machine in.
•
Probeer het alarm te resetten volgens de
procedure die beschreven wordt in paragraaf
11.1. Dit mag niet mogelijk zijn.
•
Laat de noodknop los.
•
Probeer het alarm te resetten. Nu moet het
mogelijk zijn deze procedure uit te voeren.
10.4.2 Verificatie van de vergrendelingen van de deurtjes
Regelmatig, om de 15 dagen, moet de elektrische onderhoudstechnicus de werking van de
magnetische veiligheidssensoren van de deurtjes van de machine testen.
Statische controle:
•
Open een deurtje en probeer vervolgens het
alarm te resetten. Dit mag niet mogelijk zijn.
•
Sluit het deurtje en herhaal de handeling met
een ander deurtje.
10.4.3 Controle van de werking van de scharnieren van de mobiele deurtjes
Regelmatig, om de 6 maanden, moet de mechanische onderhoudstechnicus de werking van
de gasveren en de scharnieren van de deurtjes controleren.
Dynamische controle:
•
Start de werkcyclus van de
machine en druk daarna op de
noodknop.
Alle
bewegingen
moeten onmiddellijk tot stilstand
komen.
Dynamische controle:
•
Start de werkcyclus van de
machine en open een deurtje.
Alle
bewegingen
onmiddellijk tot stilstand komen
(behalve enkele niet gevaarlijke
functies die in paragraaf 7.6.2
beschreven worden)
•
Sluit het deurtje en herhaal de
handeling met een ander deurtje.
93
moeten