1 - Temperatuur lasbalk
Regelt de temperatuur van het lassen van de folie. Wanneer de folie niet samensmelt, moet
men de temperatuur van de lasbalk verhogen; indien er echter scheuren in de las zouden
optreden, moet men deze verminderen. Deze parameter werkt synchroon met de lastijd.
Fig. 9.14.4
LASBALK
TEMPERATUUR
LAS BALK
[°C]
Esc
2 - Tijd voor het lassen van de folie
Regelt de tijd voor het lassen van de folie. Indien de folie niet samensmelt, moet men de lastijd
verhogen, indien men echter scheuren vaststelt in de laszone, moet men de lastijd
verminderen. Deze parameter werkt gelijktijdig met de temperatuur van de lasbalk.
Fig. 9.14.5
LASBALK
LAS TIJD
FILM
[s]
Esc
>TUNNEL:
Dit menu dient om de parameters voor het krimpen van de folie te regelen
1 - Temperatuur van de tunnel
Regelt de temperatuur van warmtekrimp van de folie.
Indien de folie niet goed aanhecht aan het product, moet men de temperatuur verhogen,
wanneer zich verbrandingen of schade aan de las van de folie voordoen, moet men de
temperatuur verminderen.
Deze parameter werkt synchroon met de snelheid van de transportband.
(waarde van + 80°C tot 180°C)
aanbevolen 140°C
140
Mod
(waarde van 0 tot 6 seconden)
aanbevolen 1,5 seconden
1,5
Mod
77