Stalling
Tractie-eenheid
• Reinig de tractie-eenheid, de maaidekken en de motor
grondig.
• Controleer de bandenspanning. Breng alle banden op
een spanning van 97–124 kPa (14–18 psi).
• Controleer of alle bevestigingen vastzitten; zet ze vast
indien nodig.
• Smeer of olie alle smeer- en draaipunten. Neem
overtollig vet op.
• Smeer dunvloeibare olie over de hele lengte van de
dwarsbuis van de Sidewinder (Model 03206) om
roestvorming te voorkomen. Na de stalling moet u alle
olie afvegen.
• Plaatsen waar de lak is bekrast, beschadigd of geroest,
moeten licht geschuurd en bijgewerkt worden.
Eventuele deuken in de metalen carrosserie uitdeuken.
• Verricht de volgende onderhoudswerkzaamheden aan de
accu en de kabels:
• Haal de accuklemmen los van de accupolen.
• Reinig de accu, de klemmen en de polen met behulp
van een staalborstel en een oplossing van
zuiveringszout (natriumbicarbonaat).
• Smeer een dun laagje Grafo 112X-vet (Toro
onderdeelnr. 505–47) of petrolatum op de
kabelklemmen en de accupolen om corrosie te
voorkomen.
• Laad de accu om de 60 dagen gedurende 24 uur
langzaam op om loodsulfatie van de accu te
voorkomen.
Motor
• Tap de motorolie af uit het carter en plaats de aftapplug
weer terug.
• Verwijder het oliefilter en gooi het weg. Plaats een
nieuwe oliefilter.
• Vul het oliecarter met motorolie.
• Start de motor en laat deze ongeveer twee minuten
stationair lopen.
• Zet de motor af.
• Tap alle brandstof goed af uit de brandstoftank, de
brandstofleidingen, het brandstoffilter/waterafscheider.
• Spoel de brandstoftank om met verse, schone
dieselbrandstof.
• Zet alle onderdelen van het brandstofsysteem goed vast.
• Zorg ervoor dat het luchtfilter grondig wordt gereinigd
en een onderhoudsbeurt krijgt.
• Plak de luchtfilterinlaat en de uitlaat af met
weerbestendige tape.
• Controleer de antivriesbescherming en vul zoveel bij als
nodig is met het oog op de plaatselijk te verwachten
minimumtemperatuur.
50